foto In het schrijfblok komt telkens een nieuw (reis)verhaal over de belevenissen van bezoekers van de site. Ook jij kunt jouw verhaal insturen voor publicatie.

"Fietsen in Ierland"

Als om vijf uur 's morgens de wekker gaat staan de fietstassen al ingepakt klaar in de gang. We hoeven alleen maar onder de douche te springen, de fietsen op te tuigen en naar het Centraal Station te fietsen. Daar vertrekt om iets voor zevenen de trein naar Schiphol, vanwaar we naar Cork in Ierland vliegen. Ierland staat al een paar jaar op ons verlanglijstje, maar op een of andere manier kwam het er steeds niet van. Dat had vooral met het Ierse klimaat te maken. Bij een zomervakantie hoort naar ons idee zonneschijn. Iets waar je in Ierland niet al te zeer op moet rekenen. En daarom hadden we elk jaar wel een excuus om voor een andere bestemming te kiezen. Maar nu gaat het er dan toch van komen. We hebben ruim drie weken de tijd om de zuidwest kust van Ierland te verkennen. Op de fiets.

Op het station komen we Cees en Katja tegen, die een weekend naar Barcelona gaan. Katja is nogal onder de indruk van onze bepakte fietsen. Helemaal als ze hoort waar we naartoe gaan en dat in die rooie tassen de kampeerspullen zitten. Je hoort haar bijna denken "zij liever dan ik" en heel diep van binnen benijd ik haar ook wel een beetje. Zij zit over een paar uur heerlijk in het zonnetje op een terrasje in hartje Barcelona. Wij hebben geen idee wat voor weer het in Cork is. Misschien maar beter ook.

In de trein, die heel toevallig met de fietswagon pal voor onze neuzen stopt, zit een vrouw met bepakte fiets. We raken met haar in gesprek. Ze blijkt ook naar Schiphol én Ierland te gaan. Ze is van plan in vier maanden Ierland rond te fietsen en heeft speciaal voor deze reis een compleet nieuwe uitrusting aangeschaft, inclusief nieuwe fietstassen, tent en slaapzak.

Na een korte vlucht landen we halverwege de ochtend in Cork. De fietsen zijn gelukkig heelhuids overgekomen. John zet de sturen weer in de juiste stand, monteert de pedalen en rukt het beschermplastic van de fietsen. Gedrieën fietsen we over een drukke weg naar het centrum van Cork. De zon verdwijnt af en toe achter een wolkje, maar doet haar uiterste best volop te schijnen. Als we, aan de linkerkant van de weg, over de highway rijden, krijg ik hetzelfde gevoel als toen in Brisbane. Een fantastisch gevoel van vrijheid. Van ´wie doet me wat´. Het voelt goed in Ierland.

In Cork aangekomen informeren we naar de dichtstbijzijnde camping. Die blijkt in Blarney te zijn, zo´n 10 kilometer ten noorden van Cork. Via de drukke snelweg fietsen we er heen. De laatste tweeënhalve kilometer moeten we flink klimmen. Toch lijken de heuvels mee te vallen. Het gaat mij in ieder geval goed af. Tot nu toe. Want volgens het boekje ´Fietsen in Ierland´staan er nog de nodige pittige klimmetjes voor ons op de agenda. En natuurlijk hebben we vandaag maar een kippen-eindje gefietst. De camping ziet er prima uit. Heel ruim, heel groen en schoon. In de brandende zon zetten we ons tentje op. In de verte is de hemel dreigend zwart.

Als we bij de golf club naast de camping achter een ´pint beer´zitten, barst het noodweer los. De wind slaat de boomtakken wild heen en weer en hagelstenen kletteren op het dak. We maken ons er niet druk om, bestellen nog een pint en een clubsandwich en wachten tot het ergste voorbij is. Als we een paar uur later bij de tent komen, krijgen we ons eerste dompertje. De tent staat slapjes te wapperen. Als we naar binnen gaan, zien we dat de hele binnentent inclusief inhoud doorweekt is. Allebei balen we er enorm van. Als het stopt met regenen, koken we, zittend op plastic tasjes, voor de tent een kant-en-klaar tjaptjoj maaltje en een soepje. Daarna gaan we uitgebreid onder de douche en is ons humeur weer opgeklaard. Om een uurtje of negen duiken we de klamme tent in en slapen we het klokje rond.

De volgende ochtend is de lucht strak blauw. De natte zooi is redelijk opgedroogd. Alleen in de voortent en onder de slaapmatjes is het nog een klamme boel. Vandaag doen we het rustig aan. Op ons gemak genieten we van een ontbijtje. We nemen afscheid van de Nederlandse vrouw (vreemd eigenlijk dat we ons niet aan elkaar hebben voorgesteld..), die vandaag al vertrekt. Dan pakken we de fiets en rijden we naar Blarney Castle. De lucht is inmiddels niet meer strakblauw, maar bezaaid met grote witte wolken. Nadat we het kasteel hebben bezocht doen we wat inkopen bij de lokale supermarkt. Vooral bier en wijn zijn duur hier! ´s Middags spelen we ´pitch´n putt, een soort golf in het klein, waarbij ik zowaar win. Als we terugkomen bij de tent begint het ineens te regenen. Zittend in de voortent drinken we een biertje. Even zo plotseling als het begon te regenen, komt de zon weer te voorschijn. Liggend, met mijn benen half in het natte gras, doezel ik in slaap. Na een half uur word ik met een bruinverbrand hoofd wakker van de regen die zachtjes mijn blote voeten kriebelt.

Vandaag onze eerste echte fietsdag. De lucht is net als gisterochtend strakblauw. Het is wel fris. We ontbijten in de camping-keuken, breken de tent af en zitten rond tienen op het zadel. We hopen vandaag tot Ballilickey te fietsen. Net als gisteren trekt de lucht in de loop van de ochtend steeds meer dicht. Een paar kilometer voor Inchigeelagh worden we vanuit het niets overvallen door een enorme hoosbui. Tijd om een regenpak aan te trekken hebben we niet. Binnen no-time zijn we tot op ons kruis drijfnat. Als verzopen katten rijden we Inchigeelagh binnen. Daar is het een drukte van jewelste. Even later in de pub, horen we waarom. Vandaag is een vooraanstaande kruidenier uit het nabij gelegen plaatsje Cobh begraven. We bestellen twee grote bieren en een barmeal. Langzaam drogen onze leren zemen enigszins op en krijgen we het weer wat warmer. Als we een uurtje later, een beetje licht in het hoofd van de grote bieren, de stalen rossen bestijgen, is de zon doorgebroken. Alleen blijkt er ineens een fikse wind te zijn opgestoken. Die we uiteraard tegen hebben.

Redelijk afgepeigerd arriveren we een paar uur later in Ballilickey. Waar het prachtig weer is. Pal aan zee zetten we de tent op. ´s Nachts valt er een gigantische bui. Omdat ik vanwege de harde wind de stormbanden te strak heb aangetrokken, blijft er water bovenop de tent liggen. Die daardoor gaat lekken. Vooral in de voortent is het flink nat.

We zijn net terug van het plassen en wassen als het verschrikkelijk hard begint te regenen. Terwijl ik, enigszins humeurig, de slaapzakken en -matjes inpak, roept John me. "El, El, kom snel kijken!" "Wat mot íe nou weer" denk ik. Toch wint mijn nieuwsgierigheid het en kruip ik de tent uit. John is helemaal opgetogen Hij heeft zojuist een zeehond gezien! Als ik kom aanrennen duikt de zeehond inderdaad weer op. Met een zilverwitte vis in zijn bek. Zeker tien keer zien we ém ondergaan en weer boven komen. Slechts een tiental meters van de tent. Gaaf!
Inmiddels is het weer droog. We proppen een broodje naar binnen en breken de tent verder af. Nog geen vijf kilometer later regent het alweer. We trekken onze regenbroeken aan, om ze krap vijf kilometer later vliegensvlug weer uit te doen omdat we ons er het schompes in zweten en onze zemen bijna net zo nat zijn als na een fikse bui.

Het eerste stuk van de route volgen we een redelijk drukke weg, de N71. In Ballydehob stoppen we bij ´Bookshop Carla´voor een kop koffie. Carla is zeer geïnteresseerd in onze reis en vraagt ons het hemd van het lijf. Leuk! We vervolgen onze weg richting Schull, Goleen, met als einddoel Crookhaven. Daar overnachten we in een B&B en eten we een formidabel barmeal in Crookhavens´Inn.

Als we na een overdadig Iers ontbijt vertrekken is het zwaarbewolkt, droog en waait er een flinke wind. Via een steile klim, godzijdank met de wind in de rug, fietsen we naar Mizen Head, een voormalige vuurtoren die sinds een paar jaar is geautomatiseerd. Als we na een saaie rondleiding via een oude ´suspension bridge´teruglopen naar de fietsen, begint het te hozen van de regen. In een restaurant bij de ingang schuilen we. Omdat het blijft regenen besluiten we na een uur toch maar te vertrekken. De komende tweeënhalf uur fietsen we in de stromende regen tegen de wind in. In Durrus, ruim 60 kilometer verderop, stoppen we voor een kop thee. Ik besluit dat ik helemaal geen thee wil, maar een grote bier. In één teug kiep ik het gele vocht achterover en bestel ik er nog een. Half kachel fiets ik een uur later amechtig achter John aan. In Bantry doen we een paar boodschappen voor het avondmaal en moet ik ontzettend piesen. Pal voor een statig huis houd ik het niet meer, mik ik mijn fiets in de berm en laat ik m´n fietsbroek zakken. John kijkt schichtig in het rond of niemand het ziet. In Ballilickey zetten we onze tent weer op. Ditmaal op een beschutte plek. We koken een eenvoudig maaltje en liggen al ruim voor negen uur te pitten.

Na een stevig ontbijt vertrekken we de volgende ochtend richting Glengariff, met als einddoel Kenmare. Het waait nog wel, maar minder hard dan gisteren en lijkt of het weer iets opknapt. Na een uur fietsen breekt de zon goed door en wordt het heerlijk weer. De weg is stil. De berm is bezaaid met felgekleurde bloemen en het groen is zò groen! Halverwege de Healy Pass worden we plotseling tegengehouden door een boer, die speciaal voor ons uit de auto stapt en langs de weg gaat staan. Het lijkt alsof hij ons wil aanmoedigen. Even denk ik zelfs dat hij zal gaan applaudisseren. We maken een kort praatje. De boer kijkt alleen maar naar mijn tieten. Het is een vieze vent. Uit alle kieren groeit haar, hij heeft een afschuwelijk gebitje en een heel klein ´begrijpertje´. Hij komt steeds dichterbij me staan, raakt zachtjes mijn arm aan, zegt dat ik mooi bruin ben en aait voorzichtig over mijn bovenbeen. Wegwezen! John kan er wel om lachen. Ik niet. Wat een griezel!

De beklimming van de Healy Pass valt overigens reuze mee. Het een flinke klim, maar niet al te steil. De Noordkant van de pass is heel ruig en dor. De afdaling is fantastisch. Hoe lager we komen, hoe groener en uitbundiger de vegetatie. De teller geeft 52 kilometer per uur aan. Dat gaat lekker zo. Helaas dient de volgende heuvel zich al snel weer aan. Ook die beklimmen we zonder al teveel moeite. Het laatste stuk fietsen we pal langs de kust over een schitterende weg. Even voor Kenmare stoppen we voor een pint bier en rijden dan verder naar de camping, die vijf kilometer buiten het centrum ligt. In de felle zon zetten we ons tentje op. Dan fietsen we de vijf kilometers terug naar het leuke centrum van Kenmare voor een paar boodschappen.

De volgende dag besluiten we een rustdag in te lassen. In het fietsboekje heb ik iets gelezen over Moll´s Gap en Killarney National Park. Het lijkt me wel aardig voor een rustig dagtripje. Dus rijden we op onze onbepakte fietsen niet veel later de camping af. Over een prachtig, dichtbegroeid bospaadje trappen we gestaag omhoog richting Moll´s Gap. Het klimmen valt ons elke keer mee. Na afloop van de klim wel te verstaan. Tijdens het klimmen vloek ik bij tijd en wijlen alles en iedereen stijf. John lijdt in stilte. Toch lijkt het erop dat we enigszins gewend raken aan de heuvels. Zeker zonder bepakking gaat het ons prima af. Als we aan het eind van het bospad zijn, slaan we rechtsaf richting Killarney en krijgen we een afdaling van ruim een half uur kado . We hebben een schitterend uitzicht op Killarney National Park. Nooit geweten dat er zoveel verschillende kleuren groen bestaan. Killarney is een druk, toeristisch plaatsje. In de lokale lunchroom eten we een vette Ierse maaltijd. De vette hap opboerend rijden we een uurtje later verder. We besluiten om het National Park heen te fietsen en via de zogeheten ´Gap of Dunloe´ terug te gaan naar de camping.

Middenin de Gap staat John ineens oog in oog met een collega. Karen. Zij is met twee zussen en een vriendin een weekje aan de wandel. Hoe klein kan de wereld zijn! Na een kletspraatje rijden we via een schitterend pad, dwars door de groene vallei, terug richting Moll´s Gap.

Als we bijna boven zijn komen we een meisje tegen uit Nieuw-Zeeland. Ze is ook op de fiets en vertelt dat ze al een paar maanden in Killarney werkt. Binnenkort vertrekt ze naar Frankrijk en Spanje. Direct komen alle Nieuw-Zeeland herinneringen weer boven. Mijmerend over die fantastische tijd rijden we via hetzelfde bospaadje als de heenweg het laatste stukje terug naar de camping. Als we de fietsen naast de tent neerzetten staan er ruim 80 kilometers op de teller. En dat noemen wij dan een rustdag!

´s Morgens vroeg hoor ik heel in de verte gerommel. Onweer? Nee toch! Ja hoor! Krap een uur later hebben we net ons hele hebben en houwen in de tassen zitten en breekt de hel los. De bomen zwiepen heen en weer en de regen slaat hard tegen de ruiten van de camping-keuken. We wachten een uur, maar omdat het er niet naar uitziet dat het binnenkort droog wordt, besluiten we onze regenpakken aan te doen en te vertrekken. Gehuld in regenjas en met wapperende plastic tasjes over onze schoenen trotseren we het noodweer.

Ondanks het noodweer genieten we van de prachtige natuur. Het groen ruikt heerlijk en is zo ontzettend groen! Wel merken we dat we al zes dagen achtereen op het zadel hebben doorgebracht. Na een kilometer of zestig ben ik het zat. We besluiten in Waterville te stoppen. In eerste instantie doet het vissersdorpje wat troosteloos aan. Bij een wat vervallen B&B bellen we aan. De allervriendelijkste vrouw des huizes laat ons de kamer zien. Eenvoudig, maar schoon. En met uitzicht op de pub. Perfect! We nemen een hete douche, trekken droge kleren aan, steken de weg over en bestellen een grote bier. Die uiteraard heerlijk smaakt! Want geen biertje zo lekker als een welverdiend biertje. We besluiten om ook maar iets te eten te bestellen. Om het geheel compleet te maken bestellen we als toetje ook nog maar een Irish Coffee. De lekkerste van de hele vakantie, zo zal later blijken. Na nog een kort uitbuik c.q. ontnuchterwandelingetje langs de zee rollen we bijtijds ons bedje in en slapen we het klokje meer dan rond.

Vandaag een slecht start. Na het oppompen van de banden blijkt John´s achterband lek. Op nog geen 100 meter van het B&B adres, waar we hebben overnacht. John rukt de tassen van de fiets, demonteert het achterwiel en vervangt de binnenband. Net als de hele handel weer op de fiets zit, begint het te regenen. We schuilen in een ongezellig koffietentje. Als we na een kwartiertje weer buiten staan is het droog. Helaas maar voor even, want al snel begint het weer te druppelen. De komende vijftig kilometer lijkt meer op een verkleedpartij dan op een fietstocht. Regenjassen aan, regenjassen uit, regenjassen aan, regenjassen uit…..Tegen het middaguur breekt de lucht gelukkig open en komt de zon zelfs tevoorschijn. Na een eerste pittige klim komt de verrassing van vandaag. Een klim die zó stijl is, dat íe niet te fietsen valt. Sterker nog, zelfs lopend krijgen we de fietsen bijna niet omhoog geduwd.

Zwoegend duwen we onze toch wel érg zwaar bepakte fietsen de steile weg op. Voetje voor voetje. Het is zo zwaar dat ik geen lucht over heb om te vloeken of schreeuwen, een klein gelukje voor John. Eenmaal boven gekomen, zien we dat de afdaling bijna nog stijler is dan de klim. Vol in de remmen hangend schieten we als een pijl uit een boog omlaag. In Portmagee, een klein vissersplaatsje, eten we een boterhammetje. Dan fietsen we over de brug naar Valentia Island. "Nog een paar kleine klimmetjes en dan zijn we in Knightstown", verzekert John me. "Kleine klimmetjes….. mafkees….voor jou misschien….ik heb m´n zakken vol van die kleine k…klimmetjes van je…." roep ik als ik hem steeds verder voor me uit zie fietsen. Tot overmaat van ramp moet ik nog piesen ook. Humeurig duw ik m´n fiets in de berm en laat ik onverschillig m´n broek zakken. Een luid toeterende vrachtwagen krijgt de volle laag van me. Stelletje Ierse boeren…John heeft niets in de gaten en pedaalt rustig verder. "Waar blijf je nou!" zegt íe als ik een minuut of tien later eindelijk ook in Knightstown arriveer. Daar geef ik maar geen antwoord op. Gezapig wacht ik op de pont, die ons moet overvaren naar Cahersiveen. Daar zetten we behoorlijk uitgeteld de tent op, pal aan zee. De camping is heel leuk. Er is een hele knusse gemeenschappelijke woonkamer met turfvuur, douches en toiletten met klassieke muziek, overal vazen metvers geplukte bloemen en een goed uitgeruste keuken.

Vandaag houden we een échte rustdag. John verwisselt de achter- met de voorband omdat er achter bijna geen profiel meer op zit. Tot vier keer toe lijkt de binnenband lek. Zodra hij de buitenband erom heeft gedaan is de band lek, maar als hij die er weer afhaalt is het lek niet te vinden. Oftewel, het is even erg gezellig voor de tent.
Halverwege de middag wandelen we naar het centrum van Cahersiveen. Uiteraard drinken we in een pub een paar biertjes. Via de supermarkt lopen we terug. In de keuken koken we ons maaltje. Als het al aardig begint te schemeren zien we de Nederlandse vrouw de camping op fietsen. We drinken een glas wijn en wisselen wat fietservaringen uit.

Over de Ring of Kerry, een vrij druk bereden maar wel redelijk vlakke weg, fietsen we naar Killorglin. Bij een zalmrokerij eten we een overheerlijke boterham met gerookte zalm. Dan laten we de route voor wat íe is en slaan rechtsaf naar Beaufort. Op een immens grasveld met waanzinnig uitzicht op de bergen en de Gap of Dunloe zetten we ons tentje op. Kamperen bij de boer. Wij zijn de enigen. Rust. Ruimte. Groen. Natuur. En een setje stieren dat slechts door een ragdun schrikdraadje van ons en ons tentje wordt gescheiden. Vooral een knots van een rossige stier met een dom ponnietje op zijn voorhoofd is erg in ons geinteresseerd. Ik ga dichtbij het dier staan en maak wat snuivende geluiden. Dat vindt íe niet leuk. Hij stapt iets terug en maakt dan wat onrustige bewegingen. Zijn ogen rollen wild in zijn kassen. Oeps! Straks ragt íe dwars door dat dunne ijzerdraadje over ons tentje heen. Snel glip ik de tent in. Nog een paar minuten blijft de stier staan en houdt íe me angstvallig in de gaten. Dan houdt íe het voor gezien en loopt hij naar de andere stieren.

Al vroeg zitten we de volgende ochtend weer bepakt en bezakt op de fiets. We ontbijten aan een snelstromend riviertje. Dan fietsen we terug naar Killorglin. Volgens de route moeten we na zo´n 25 kilometer rechtsaf via de ´scenic route´ naar Camp. Het boekje vertelt alleen niets over een handvol valse honden die de afslag naar de ´scenic route´versperren. Met knikkende knieen weten we niet hoe snel we weg moeten komen. Er zit niets anders op dan verder te fietsen naar Inch en vandaar terug te rijden via een alternatieve route naar Camp. Al met al rijden we bijna 30 kilometer om. Maar al waren het er 100. Alles liever dan die valse stinkhonden in m´n kuiten. Het laatste stuk van de route gaat over een drukbereden weg. Niet echt spectaculair. De drukte houdt aan tot we in Tralee arriveren. We zetten de tent op, op een camping dichtbij het centrum. In de loop van de middag lopen we daar naartoe. In plaats van een kaartje sturen we een e-mailtje naar het thuisfront.

Via een smal, slingerend kustweggetje fietsen we de volgende ochtend richting Ballyheige. Vlak voor we in Ballyheige zijn staat er een bordje. De weg is afgesloten en we moeten via een omweg van ruim 15 kilometer de route weer oppakken. Het eerste stuk is vrij vlak en gaat ons prima af. Het tweede gedeelte krijgen we wat heuvels voor onze kiezen. Het laatste stuk voert door agrarisch gebied. Behalve veel veeteelt fokken ze hier ook supervalse waakhonden. Meerdere malen worden we aangevallen. Vooral heuvel opwaarts is dat doodeng. Als we heel hard tegen ze schreeuwen deinzen ze uiteindelijk wel terug, maar het blijft waardeloos. Bij elke boerderij die ik in de verte zie opdoemen houd ik m´n hart vast en speur ik de erven af op loslopende honden. Ruim 90 kilometer hebben we in de beentjes (en billen) als we in Ballybunion arriveren. Er is 1 camping. Een afschuwelijk caravanpark. Geen groen, geen grasveld. Niks. Alleen caravans. Hutje aan mutje. Op een plukje gras bij een van die caravans mogen wij ons tentje neerzetten. Voor 1 pond kunnen we met z´n tweetjes 8 minuten douchen. Het sanitair is al in geen weken, wat zeg ik, maanden schoongemaakt. Op de grond liggen bossen haar en hoopjes dooie vliegen. Maar het water is warm en uiteindelijk knappen we er toch wel van op. Met ietwat stramme benen (of zou dat nog de angst voor die rothonden zijn) lopen we naar het centrum van Ballybunion. Omdat het lekker weer is liggen veel mensen op het strand te zonnen. Op een van de weinige terrasjes die Ierland rijk is, ploffen we neer. We raken in gesprek met een Canadees, een Schot en drie Schotse dames die met een bus een week door Ierland toeren. Vooral de Schot is erg grappig. De whiskey vloeit rijkelijk, wat het plezier nog groter maakt. Bij het eten bestellen we een fles wijn. Behoorlijk beneveld lopen we terug naar de ranzige camping. ´s Nachts regent en waait het flink, waardoor we niet al te best slapen.

Na een stevig Iers ontbijt in Ballybunion besluiten we vandaag een korte route te fietsen, omdat we eigenlijk een rustdag willen. Via de "coastal way", die wel mooi maar zeker niet spectaculair te noemen is, rijden we ongeveer 35 kilometer tot we na een overtocht met een veerboot in Killimer belanden. We volgen een bordje met ´camping´erop. Volgens het bordje 6 kilometer.

Uiteindelijk blijken dat er ruim 9 te zijn. En de weg erheen zit vol pittige klimmetjes. Neem daarbij een straffe tegenwind en een onverwachte hoosbui en het plaatje is compleet. Bij de camping aangekomen besluiten we onmiddellijk rechtsomkeert te maken. Het is weer zo´n troosteloze zooi met sterk verouderd en waarschijnlijk smerig sanitair. In een soort recreatiezaaltje waar we heel eventjes schuilen voor de volgende bui die zich inmiddels alweer heeft aangediend, zit een dik Iers jongetje tv te kijken. Hij kijkt niet eens op als we binnenkomen. Naast de tv staan een paar vervallen tafels en stoelen. Het stof ligt centimeters dik in de hoeken van het zaaltje. Wegwezen hier! In de stromende regen, maar ditmaal met de wind in de rug fietsen we de 9 kilometer terug. Als verzopen katten bellen we aan bij een alleraardigste B&B, nota bene recht tegenover het haventje waar we een uur geleden aankwamen met de veerboot. Helaas is er niemand thuis. Als de tegenover gelegen pub (dat hebben die Ieren goed geregeld) niet veel later open gaat schieten we daar naar binnen en drinken een bier. Na ongeveer drie kwartier doen we nog een poging. Maar nog steeds is er niemand thuis. Dan maar weer terug naar de pub. Nog maar zo´n bier. Ruim twee uur later zitten we uiteindelijk op onze kamer. We hebben er lang geduld voor moeten hebben, maar hij is perfect, dat moet gezegd. Een schone, eigen douche. Kraakheldere witte badlakens en natuurlijk een uitgebreid Iers ontbijt morgenochtend!

De ontbijttafel delen we met een Italiaans stel. "Do you speak English?" vraagt John. "Yes, yes" antwoordt het Italiaanse mannetje vriendelijk. Al snel blijkt dat hij geen woord verstaat van wat John tegen hem zegt. Met handen en voeten proberen we toch een gesprek met elkaar te voeren. Als ik vertel over mijn werk bij Robeco en de mogelijke samenwerking met een grote Italiaanse bank, Iccrea, wordt hij enthousiast. Iccrea kent hij wel! Maar veel wijzer dan dat worden we niet.

Rond een uur of tien stappen we in de stromende regen op de fiets. Gelukkig hebben we de wind in de rug. Ongeveer een half uur blijft het onophoudelijk regenen. Dan breekt de lucht plotseling open en krijgen we alleen zo nu en dan een korte hevige bui over ons heen. De route is leuker dan gisteren. We fietsen voornamelijk langs de Shannon. Heuvel op, heuvel af.

Ook in dit gedeelte van Ierland zijn de mensen heel aardig. Een oud dametje begint, ergens in the middle of nowhere, zittend voor het raam van haar huisje, enthousiast te zwaaien als we voorbij fietsen. Ook automobilisten zijn heel coulant. Ze laten ons voorgaan op kruispunten, blijven rustig achter ons rijden als ze twijfelen of er een tegenligger aan komt en we worden werkelijk door iedereen gegroet.
Tegen tweeën arriveren we in Ennis. De toegangsweg is heel druk. Het plaatsje zelf ook. Wel gezellig en echt Iers. Vrolijk gekleurde winkelpuien, ouderwetse uithangborden en overal ´hanging baskets´ met overdadig bloeiende geraniums.

Bij de Tourist Information regelen we een B&B een paar kilometer buiten het centrum. Daar dumpen we onze spullen, zetten de fietsen in de garage en lopen dan, weer via die drukke weg, terug naar het centrum. Daar slenteren we wat rond, drinken we een paar pints en doen we wat boodschappen voor het avondmaal. Lopend via, juist, weer diezelfde drukke weg, gaan we vervolgens terug naar onze kamer en eten daar, hangend op ons bed, ons maaltje.

Ook vandaag is de route erg leuk. Slingerend over rustige weggetjes tussen groene heuvels en over een nagenoeg vlak parcours suizen we op ons gemak naar Limerick. We nemen onderweg ruimschoots de tijd om wat foto´s te maken. We stoppen even bij Quin Abbey en in Sixmilebridge maken we een grappig kiekje van een heuse ´Duck´s Inn. Het laatste stuk fietsen we via de drukke N81 naar Limerick. In het Ierland-boekje hebben we al gelezen dat Limerick geen aantrekkelijke stad is voor toeristen. Dat blijkt te kloppen. Het is er enorm druk. Vanaf alle kanten raast het verkeer ons voorbij. De stad staat vol grauwe nietszeggende gebouwen. In de straten stikt het van de armoedig mensen. De meesten met hele hordes jonge kinderen. Ditmaal slapen we in een Inn. We krijgen een sobere, maar schone kamer die uitkijkt op een klein binnenplaatsje en gelukkig niet op de drukke hoofdstraat. ´s Middags storten we ons tussen de mensenmassa op straat. Al snel houden we dat weer voor gezien en lopen we terug naar onze kamer, waar we een paar uurtjes lezen. ´s Avonds zoeken we een leuke pub op om de wedstrijd Nederland - Ierland te kijken. In de pub zitten, hoe kan het ook anders, uitsluitend Ieren. Als ze doorkrijgen dat wij uit Nederland komen, lachen ze een beetje. Toch voelen we een beetje een gespannen sfeertje ontstaan. Dat gelukkig direct verdwijnt als de eindstand blijft steken op een gelijkspel van 2-2. Het is al laat als we ons bedje inrollen…

Na een wat schamel ontbijt fietsen we via Tipperary (it´s a long way..) naar Lisvarrinane. Het laatste stuk loopt de weg steil omhoog en zien we behoorlijk af. Het weer is perfect. Zonnig en warm. De camping is schitterend gelegen. Midden in het groen en omringd door bergen. We zetten de tent op bij een pichnicktafel en genieten nog een paar uurtjes van de stilte, de fluitende vogels, de zoemende insecten en het zonnetje. ´s Avonds proberen we op het ploffende en sputterende gasbrandertje een maaltje te bereiden, wat maar matig lukt.

Niets veranderlijker dan het Ierse weer. Was het gisteren nog lekker zonnig, vandaag ziet de lucht er dreigend uit. Het is nog net droog als we de tent opbreken. Al voor negenen zitten we op het zadel. In het dichtstbijzijnde dorpje doen we wat inkopen en ontbijten we, zitten op een bankje bij een werkelijk piepklein tankstationnetje. Gelukkig is er geen kip op straat en kan ik, hurkend achter een dikke boom, snel even doen wat ik echt op dat moment moet doen. John maakt in de tussentijd een praatje met de vrouw van het tankstationnetje Ze vertelt dat er voor vanmorgen een paar buien worden verwacht, maar dat het vanmiddag beter wordt. Dat blijkt helaas niet helemaal uit te komen.

Na anderhalf uur fietsen begint het te regenen en houdt het de rest van de dag niet meer op. Echt hard regent het niet, maar we worden er wel behoorlijk nat van. Eigenwijs als we zijn hebben we geen plastic tasjes om onze schoenen gedaan. Met als gevolg natte en koude voeten. En als gevolg daar weer van een algeheel gevoel van kou, nattigheid en ellende. We fietsen door een prachtig bos via een lange klim langzaam richting Cork. Omdat ik het ijskoud heb moet ik mezelf dwingen van de omgeving te genieten. Liever scheld ik de hele zooi bij elkaar. Omdat John die bui al ziet hangen, zet hij er flink de vaart in en is hij al snel buiten gehoorsafstand. Ik overweeg even om het bijltje erbij neer te gooien en m´n fiets van de weg af de afgrond in te sodemieteren. Maar omdat ik besef dat ik het daar niet warmer van zal krijgen, besluit ik maar gewoon door te ploegen. Ik zet alles op alles om zo hard mogelijk de berg op te fietsen, in de hoop het iets warmer te krijgen. Dat lukt niet echt. Mijn voeten blijven gevoelloos. Ruim 80 kilometer verder zijn we eindelijk binnen de bebouwde kom van Cork en zie ik het leven weer wat vrolijker in. Bij de Tourist Info boeken we een kamer in ´Killarney House´, even buiten het centrum van Cork. Daar worden we door de eigenaresse hartelijk ontvangen en ben ik de barre tocht van vandaag alweer grotendeels vergeten. Na een kokendhete douche lopen we in de miezerregen naar het centrum. Lukraak schieten we een pub in voor een hapje. Een perfecte keuze. We eten er heerlijk.

Na een super ontbijt laten we de fietsen bij ´Killarney House´staan en slenteren we door Cork. We lopen naar de Guinness-brouwerij, in de hoop dat we die kunnen bezichtigen. Helaas is dat alleen mogelijk voor bedrijven en groepen. In de loop van de middag fietsen we naar ons allerlaatste B&B-adres, the Airport Lodge, vlakbij het vliegveld. Als we de fietsen voor de deur van de kamer op slot zetten, komt er een echtpaar van middelbare leeftijd aan. Ze hebben er ook een fietsvakantie opzitten en zijn voor de laatste avond op zoek naar een restaurantje. Wij zeggen dat hier niets te eten valt, maar dat er een kilometer of 6 terug de heuvel af, wel een pub zit.

Als we een uurtje later in die pub achter een biertje zitten zien we het stel in volle vaart voorbij zoeven. Een kwartiertje later zien we ze weer omhoog ploegen. Een half uur later stappen ze de pub in. De vrouw kijkt nerveus de pub rond en vraagt ons wat hier te eten is. Als ik antwoord dat dat eigenlijk alleen een tosti is of een schaaltje nootjes, sleurt ze haar man mee naar buiten. We moeten een restaurant vinden, roept de man ons nog toe, net voor hij de pub uit is. En daar gaan ze weer.. heuvelop… en niet veel later weer heuvelaf…Wij vinden het wel goed, geloven het wel met die restaurants en bestellen een tosti.

De volgende ochtend vliegen we om 06.00 uur terug naar Nederland en kijken we terug op een fantastische vakantie in een fantastisch land met geweldige mensen. Hier komen we vast en zeker nog eens terug!

Ellen Tettelaar


Hiking-site.nl op Twitter




Share/Bookmark
homezoeken op deze sitetop van de pagina
Vertel vrienden over deze pagina

Laatste wijziging: 06-05-2024

Hiking-site.nl is een site voor actieve buitensporters, wandelaars en hikers die op zoek zijn naar informatie over materiaal, routes, navigatie, EHBO, tips en tricks, avontuur, wandelen, outdoor en buitensporten. Nieuw op deze site?
Lees dan eerst eens rustig deze pagina met informatie over Hiking-site.nl!
[home] [linken naar Hiking-site.nl] [adverteren op Hiking-site.nl]
"; } if(lC>2400) { rightAd3.innerHTML = "
"; }