Home » Navigatie » Alternatieve koersbepalers

Alternatieve koersbepalers

Ook de natuur kan je een handje helpen als je wilt weten waar het noorden of het zuiden is. Deze zijn niet zo nauwkeurig als de andere hulpmiddelen, maar kunnen je in geval van nood toch van dienst zijn.

Vogelnesten

Veel vogels bouwen hun nesten op een plekje dat niet pal in de wind ligt. Als je dus weet wat de meest voorkomende windrichting in een gebied is, kun je aan de hand van vogelnestjes bepalen waar het noorden of het zuiden is.

Bomen met naalden

Omdat deze bomen veel zon willen, zullen zij vaak met hun top richting de zon groeien.

Gekapte bomen of boomstronken

Ligt er een omgekapte boom in de buurt of steekt er nog ergen een boomstronk uit de grond, dan kun je op de jaarringen zien waar de wind het meest vandaan komt. De jaarringen van bomen zijn vaak aan een kant dikker dan aan de rest van de stam. Deze dikkere ringen geven echter niet altijd het noorden aan (je behoort dus te weten uit welke richting de wind in je wandelgebied meestal komt). De dikkere jaarringen noemen we reactiehout. Reactiehout word gevormd als een boom langdurig in een richting belast wordt. Dit kan b.v. komen door de windbelasting in de top van de boom. Om recht te blijven staan gaat de boom als gevolg van de windbelasting reactiehout vormen. De dikkere ringen geven dus de windrichting aan.

Mos

Op veel bomen en in valleien groeit mos. Mos houdt niet echt van zon en zal dus vooral gedijen aan de vochtige kant van een boom of aan de schaduwzijde van een vallei.

Windrichting

In nederland is de voornaamste windrichting tijdens regenbuien NW. Aan deze kant van de stam van een boom is dan ook het meest bedekt met met groene aanslag (van micro-organismen en mossen ed.) Zo kun je snel, zei het niet echt nauwkeurig het noorden bepalen.

Zon

Via de zon is het mogelijk te bepalen waar het westen en oosten zijn. Neem hiervoor een stok van minimaal 75 cm en zet deze rechtop neer en markeer de plaats waar de schaduw van de stok stopt. Wacht ongeveer een half uur of meer en kijk waar de schaduw van de stok valt. De denkbeeldige lijn door van het 2e naar het eerste punt loopt van oost naar west. Deze methode werk goed, maar is alleen geldig overdag. Aan het eind van de middag en in de vroege ochtend staat de zon namelijk teveel in het oosten of westen.