foto In het schrijfblok komt telkens een nieuw (reis)verhaal over de belevenissen van bezoekers van de site. Ook jij kunt jouw verhaal insturen voor publicatie.

"De Mont Blanc, en andere kleine ongemakken"

In de zomer van 1999 heb ik een poging gewaagd om via de zogenaamde normaalroute de Mont Blanc te beklimmen onder begeleiding van de organisatie van Edward Bekker, en hier volgt een kort verslag van hoe dit allemaal tot stand is gekomen. Ik ben geen ervaren alpinist, mijn kick vind ik eerder in het wandelen en scramblen op de hellingen van Snowdonia in North Wales. Dit verklaart hopelijk het niet gebruiken van veel gangbare klimtermen in de tekst.

Voorgeschiedenis.
In het najaar van 1998 bracht ik voor het eerst van mijn leven een bezoek aan Chamonix, aan de Franse kant van de Mont Blanc. Samen met een vriend waar ik al een aantal keren mee naar Snowdonia ben geweest combineerde ik een familiebezoek met wat bergwandelen op de lagere hellingen rondom Chamonix.
Uiteraard zijn wij ook met de kabellift naar de Aiguille du Midi geweest, alwaar wij met helder weer een schitterend uitzicht hadden op de top van de Mont Blanc, zo'n kleine kilometer hoger. Ergens op die middag besloot ik om minstens 1 maal in mijn leven zo'n berg te beklimmen, en vergat dit verder volledig.
In de winter daarop tijdens het bekijken van de foto's van die middag herinnerde ik mij mijn belofte en de gedachte dat dit toch op de een of andere manier haalbaar moest zijn begon langzaam maar zeker een vast plekje in mijn hoofd te krijgen.


Hoewel mijn vrouw niet echt problemen heeft met mijn klim- en klauter hobby stond het idee om de zomervakantie geheel en al in het teken van een evt. Mont Blanc beklimming te laten staan haar minder aan dan ik had gehoopt. De oplossing lag echter voor de hand, als ik maar zorgde dat zij met de kleine op een fatsoenlijke camping in of bij Chamonix kwam te staan kon ik een week besteden aan de tocht. Ook mijn vaste klimmaatje wilde graag mee om een poging te wagen.
De volgende fase was het boeken van een beklimming, en dit probeerde ik zowel bij Robert Steenmeier als Edward Bekker, die beide goed staan aangeschreven.
De trip van Edward zat al vol, terwijl Robert Steenmeier nog volop plek had, op een datum die ons heel goed van pas kwam. De boeking was snel gemaakt waarna ik nog zo,n 4 of 5 maanden had om mij lichamelijk voor te bereiden, iets wat erg hard nodig was. Mijn klimmaatje haakte echter al snel af toen hij zag wat ik er wel, en hij dus duidelijk niet voor over had.
Na een rustige opbouw doormiddel van veel hardlopen, afvallen en gezonder leven ben ik zodra ik dit aandurfde gaan lopen en hardlopen met een oude leger rugzak met 12 kg ijzer gewikkeld in een oude handdoek. Dit om zowel conditie en kracht te ontwikkelen.
Heel erg zwaar, heel erg lekker, maar o zo link voor je pezen en gewrichten, dus dit moest allemaal heel beheerst gedaan worden.
(Na terugkeer in Nederland was het "op" en heb ik 3 maanden absoluut niet kunnen sporten door diverse blessures, dus echt aanbevelen wil ik deze trainingsmethode dus niet)

Paniek in de tent
Langzaam maar zeker kwam de datum van vertrek in zicht, de benodigde uitrusting was allemaal gekocht, de conditie was goed, en bovendien had ik tickets voor een uniek concert van Tom Waits weten te krijgen. Kortom ik had er zin in.
Toen werd ik gebeld door de organisatie van Robert Steenmeier met het ontstellende bericht dat door gebrek aan deelnemers de trip gecanceld was en dat ik netjes mijn geld en zo terug zou krijgen. Dit was 3 weken voor de tocht, dus je begrijpt wel dat de paniek toe sloeg. Alle moeite voor niets, en het huilen stond mij redelijk nader dan het lachen.
Als laatste redmiddel toch Edward Bekker maar weer geprobeerd, en die hadden wel een tocht naar de Mont Blanc deze zomer maar die zat eigenlijk vol. Er was echter iemand in die groep die nog steeds erg twijfelde, en voornamelijk nog niet had opgegeven omdat het hem dan veel geld zou kosten. Een en ander kon gelukkig geregeld worden, deze persoon kreeg zijn geld terug, Edward's organisatie pakte het mijne aan, en kon ik toch mee naar de Mont Blanc.
Nadeel was wel dat deze trip 2 weken eerder was gepland dan die van Robert Steenmeier en ik moest heel snel mijn vakantie vervroegen, iets wat dankzij een bereidwillige collega gelukkig geregeld kon worden. Alleen Tom Waits moest ik laten schieten, maar dat maakte voor mij achteraf de beklimming makkelijker.

Chamonix, Augustus 1999
Refuge La Boerne
Mijn vrouw bracht mij na het eten op zondag avond met de auto naar het afspreekpunt, Refuge La Boerne even buiten Chamonix in het dorpje La Tour. Na een vluchtige kennismaking vertrok zij weer naar de camping: camping Mere de Glace in Chamonix. Deze camping is een aanrader voor zowel klimmers, wandelaars als families met een caravan. Voor elk wat wils, en in 20 jaar kamperen in Frankrijk ben ik nog nooit zo,n schone camping met zulk perfect sanitair tegen gekomen. Maar dit even terzijde.
Ik zal de rest van het verhaal in een soort dagboek vorm schrijven, zodat ik zeker weet dat ik alles in de juiste volgorde noteer, te beginnen op zondag avond.

Zondag 16-07-1999
Verzamelen in La Boerne, een prachtig gelegen Gite détappe in een dorpje net buiten Chamonix. Kennis maken met de groep, in totaal 12 personen.
De eerste indruk is goed, er zitten wat ervaren klimmers bij met grootse verhalen over de Kilimanjaro, een stel studentikoze lolbroeken, een hele rustige jongen genaamd Rick en een dame.
De sfeer is nog afwachtend, maar tegen de tijd dat er geslapen moet worden is het ijs al ver gebroken. Jörg Wilz, de "hoofd"gids van Edward Bekker komt zich voorstellen en geeft uitleg over de gang van zaken. We zullen geen van allen zijn met een of ander vet accent uitgesproken motto "Lekker Lopen" ooit nog vergeten. Slapen was voor mij persoonlijk een hele nieuwe ervaring, met 4 man op een rijtje in een super stapelbed.

Maandag 17-07-1999
Na een goed en stevig ontbijt komen er 2 gidsen samen met Jorg naar de Refuge om ons mee te nemen naar het dorp voor de te huren schoenen, waarna we bij EB thuis stijgijzers, pickels en helmen ophalen.
Direct hierna rijden we naar een kabelbaanstation aan het eind van het dal vanwaar we de eerste hoogtemeters zullen maken. Onderweg zien we nog duidelijk de sporen van de sneeuw lawines die de winter voor ons bezoek het gebied zo zwaar troffen. Ingestorte huizen, auto's in huizen en kaalgeslagen hellingen. Het geweld moet enorm geweest zijn, en na de zware tunnelbrand een jaar eerder was dit een ramp waar helemaal niemand meer op zat te wachten.
Na eerst een stukje met een stoeltjes lift omhoog getransporteerd te zijn komen we aan het begin van een lang, schitterend pad dat ons aan de voet van een kleine gletscher brengt. Hoog boven ons op 2702 m ligt de Albert 1 hut, ons doel van die middag.
Aangekomen in de hut richten we eerst de slaapplaatsen in, waarna we opgesplitst in groepjes de gletscher op gaan voor een introductie in de wereld die alpien klimmen heet.
Na een aantal uren gestudeerd en geoefend te hebben op een aantal basis klim en val technieken pakt ons groepje nog even een piekje aan de rand van de gletscher mee, mijn eerste 3000+ topje.
Terug in de hut word ik misselijk en ontwikkel een zeurende hoofdpijn zodat alle angstbeelden over hoogteziekte zich aan mij opdringen.
Tegen heug en meug in toch maar wat gegeten waarna ik gelukkig snel opknap.
Vroeg naar bed, de wekker staat op 05:00 afgesteld.

Dinsdag 18-07-1999
Opstaan in het pikkedonker, snel een ontbijtje en een bak slappe koffie, aankleden en hop, de ijskoude vriesnacht in voor een run naar de top van de Aiguille du Tour (3540m)
We rennen bijna naar boven voor ons gevoel, de reden is volgens mij 2-ledig: Ten eerste is het een goede test om te zien of je kans hebt om de Mont Blanc te halen, ten tweede willen de gidsen er lug zijn, om voor de drukte uit te blijven, het weer is nl. schitterend.
Veel tijd om van de omgeving te genieten is er niet, tegen de tijd dat de sterren wegvagen komen de sterretjes voor mijn ogen er voor in de plek. De sfeer in de groep is echter opperbest, ik vermaak mij prima met de club lolbroeken. Deze 4 kerels die elkaar uit hun studie tijd kennen proberen elk jaar een uitdaging aan te gaan waarbij de lol voorop staat, zolang er maar serieus wordt omgegaan met de uitdaging op zich.
Met deze lui zal ik nog een paar historische momenten beleven.
Het laatste stukje naar de top is een fijne klauterpartij, meer mijn pakkie an dus, en ik vermaak mij prima, ondanks dat op dit soort stukken de touwen en uitrusting eerder lastig dan veilig is.
Op de terugtocht naar de hut verliest 1 van de leden van mijn groepje de complete zool van zijn bergschoen, iets wat bij hem na de hele tocht al worstelen met een onwillig stijgiijzer te veel wordt.
Terug in de Albert 1 hut blijkt iedereen de top gehaald te hebben en de sfeer is opperbest, behalve bij Rick, die zich dood beroerd voelt, en bij mij, omdat de onzekerheid over de te komen beklimmen heeft toegeslagen.
Terug in het dal hebben we een uurtje rust en ik blijf een beetje bij Rick hangen. Het contact is toen gelegd, en omdat ik niemand bij de echte beklimming tot last wil zijn lijkt het mij wel wat om met hem de toppoging te wagen. Op dat moment zagen zijn kansen er nog slechter uit dan de mijne.
Als we aankomen bij La Boerne lijken de bedden daar ineens hemels en maak ik een fantastische "botsing der geesten"mee:
Edward Bekker komt even een kijkje nemen, en stelt zich voor aan ons. Op zijn vraag hoe het tot nu toe gaat barst Lucas, de kerel met de slechte schoen, ineens los over de slechte materialen die er zijn geleverd. EB, ook niet vies van wat arrogantie gaat in verweer i.p.v. direct een oplossing aan te bieden waarna er een heftige discussie losbreekt over wat grijze stage tape op een pickel. De rest van de groep ligt intussen helemaal in een deuk.
Later die middag nog even mijn familie opgezocht op de camping.

Woensdag 19-07-1999
Gisteravond waren we er al op voorbereid dat de eerste dag van een mogelijke toppoging niet door kon gaan i.v.m. slecht weer in de bergen. Als alternatief hebben we een leuke wandeling gemaakt naar een barretje boven de Mere de Glace, iets wat volgens de aanwijzingen 2 uur moest duren, maar helemaal in de conditie sfeer van het moment stonden we in 45 minuten boven.
's Middags een beetje gelummeld, tour de France gekeken en mijn familie weer even opgezocht.
Op de camping heb ik de inhoud van mijn rugzakje maar eens kritisch bekeken, en ongeveer 6 kilo nutteloze zooi achtergelaten.
Terug in La Boerne kwam om ca. 20:00 het nieuws: morgen gaan we!!!

Donderdag 20-07-1999
Na een onrustige nacht (de meesten in de groep denk ik) om 5 uur op, ontbijten en vertrek naar Les Houches alwaar we in de eerste gondel van die dag stappen.
Aan het eindpunt van de kabelbaan in de TMB gestapt, een boemeltreintje dat ons naar 2800 meter hoogte bracht. Vanaf hier kwam het allemaal neer op eigen kracht.
De groep was intussen voorzien van 3 extra gidsen zodat we per 2 deelnemers een gids hadden, Rick en ondergetekende zaten vast aan ene Alan, een beul van een brit die waarschijnlijk afgekeurd was voor de SAS wegens een te grote conditie.
Ne een stevige wandeling begint iedereen ineens zenuwachtig te worden, de reden hiervoor is de Grand Couloir. Dit is een oversteek van ca 100 meter lang over een steile ijstong waar zo om de minuut flinke rotsbloken naar beneden stuiteren. We moeten hier zekeren en mogen pas bewegen als de gidsen dat toestaan, waarna we min of meer over rennen.
Hierna wordt de sfeer weer wat relaxter tot aan de onderkant van de klim naar de Goutêrhut. Dit is een steile rotspartij waar helemaal in de stijl die mij ligt tegenop gescrambled moet worden, alleen weer dat eeuwige touw en die rot pickel weer. In Wales ben ik veel meer vrijheid gewend op beklimmingen zoals de Crib Coch en Bristly Ridge, maar ondanks dat geniet ik er weer veel van.
Bij aankomst in de Goûterhut blijkt het daar een georganiseerde chaos te zijn. Volgens mijn schattingen is er plaats voor 200 man daar, en er lopen er minstens 300 rond.
Dit houdt in dat de toch al smalle bedden opgedeeld worden zodat we met 3 man 2 bedden delen. Heel gezellig en knus, maar slecht voor de nachtrust. Dit wordt mijn 2e slapeloze nacht op rij dus.
Het eten in de hut is simpel maar goed, en verder niets anders gedaan dan water drinken en rusten. Hoogtepunt in deze hut is even bellen met mijn klimmaatje die nu toch wel baalt dat hij er niet bij is, diepte punt de toiletten. Een rvs bak met een gat aan het eind, stikdonker en doortrekken doe je met een oude skistok. Een blik hierop is voor mij reden om naar de dame in de groep te stappen, die sjouwt een halve apotheek mee en snel een immodium te slikken. Ik wil in geen geval daar mijn behoefte hoeven te doen, brrrrr.
Na nog even van het grandioze uitzicht te hebben genoten zoek ik mijn bed op.
Slapen is inderdaad uit den boze: 40 bedden, 70 mannen en vrouwen op de kamer, plus alle equipment er bij. Alles snurkt, rochelt, giegelt of laat ongeneerd scheten en boeren. Grappig allemaal, maar niet als je om 2 uur je bed uit moet.

Vrijdag 21-7-1999
De dag der dagen…
Om 02:00 op, snel een homp brood en koffie gezocht in de nu al grote drukte. Hulde voor de gidsen, die het op de een of andere manier voor elkaar krijgen om ons als groep te plaatsen en voorrang te krijgen met het uitdelen van het ontbijt.
03:00: Ik sta buiten op het bordes van de hut te worstelen met een onwillige rits van mijn Berghaus jack. Om mij heen, verlicht door vele Petzl lampen, heerst een zenuwachtige drukte, veel geroezemoes en een enkele vloek. Alan, de gids ergert zich duidelijk aan mijn gestuntel, en helpt me zo goed en kwaad als het kan met mijn stijgijzers. Ik doe dit toch op mijn gemak en laat me niet opjutten, ik weet dat het er hier op aan komt en dat alles in een keer goed moet gaan. De ijle lucht begint hier zelfs al merkbaar te worden, en ik heb het idee dat ik nu al buiten adem ben.
Om ongeveer kwart over drie zet ik de eerste stappen in de sneeuw.
De lucht is kristal helder en er is weinig wind. Voor ons zien we een lang lint van kleine lampjes onder de sterrenhemel, verder is het aarde donker.
De eerste uren bestaat mijn wereld uit een wiebelende ronde lichtvlek voor mijn voeten, de lampjes van mijn voorgangers en de sterrenhemel. Er zijn al tientallen mensen voor ons, en er zullen er deze dag nog honderden volgen heb ik het idee.
Ik voel mij tot nu toe goed, en mijn parnter Rick is gelukkig zijn ziekte ook weer te boven gekomen.
Het enige probleem is eigenlijk het iets te hoge tempo dat Alan er perse in wil houden, ik raak steeds net buiten adem, terwijl ik weet dat als het tempo net iets lager zou liggen ik uren zo door kan lopen. Dit heb ik wel geleerd in Wales en later in de Alpen op de Brevent en Plan Praz. Terwijl mijn klimmaatje meestal sneller is met het klauteren loopt hij zich helemaal kapot op lange stukken omhoog lopen, iets wat ik wel goed kan, als ik mijn eigen "diesel"tempo maar kan vast houden.

Het eerste stuk van de tocht voert redelijk stijl omhoog van de Goutêrhut naar de 4304 meter hoge Dome de Goûter waar we net onder de top door traveren om vervolgens wat te dalen naar de observatiehut.
Hier aangekomen rusten we wat en ik denk er nu al serieus over na om hier te stoppen en te wachten op het eerste team van onze groep op de terugweg. Na een paar slokken water en een poging om een kei en keiharde mars weg te werken knap ik genoeg op om er eens over na te denken wat ik allemaal heb moeten missen om dit te kunnen doen. Het gemiste Tom Waits concert is de oppepper die ik nodig heb om mijzelf weer in beweging te krijgen, dat moet toch ergens goed voor geweest zijn.
De Alan en Rick hebben hopelijk niets gemerkt van mijn mentale dip, en we beginnen aan de stijle klim naar de Bosse graat met de 2 bulten genaamd La Grande Bosse en La Petite Bosse. Nog circa 700 meter naar de top. Hier krijg ik het al snel echt zwaar, en ben constant buiten adem.
Het is ook kouder geworden, mede omdat er wat wind is opgestoken, maar op koude tenen en vingers na is dat verder goed vol te houden. Ik moet steeds vaker stoppen om op adem te komen, en hoe vaak ik ook probeer uit te leggen dat als Alan het tempo verlaagt ik beter door loop zonder rusten hij jaagt maar door. Ik wordt onderhand goed pissig op hem, wat mij weer energie geeft om door te gaan. Ik zal die britse teutonenzoon eens wat laten zien.
Nadeel is wel dat ik geen tijd heb om foto's te maken of om het uitzicht te bewonderen. Wat ik er van zie is in ieder geval adembenemend mooi nu langzaam de dag begint aan te breken.

De extra steile stukjes op de Grande en Patite Bosse zijn loodzwaar en ik grijp nu elk excuus aan om even op adem te komen. Mijn water is bevroren en het enige wat ik kan binnenkrijgen zijn wat zakjes met walgelijk zoete druivesuiker oplossingen, nog snel even gekocht bij Spac Sport. Ik krijg het nu ook kouder en neem mij heilig voor om met het eerste team op de terugweg mee af te dalen. Ik heb er geen lol meer in en vervloek mijzelf min of meer omdat ik niet normaal naar de Costa Brava op vakantie wil, net als de meeste van mijn vrienden en collega's. Zo'n 200 meter onder top raakt mijn klimgordel los en die hangt nu bijna op mijn knieen.
Als Alan dit ziet wil hij dit in orde brengen en is een hele tijd met koude vingers aan het worstelen met de half bevroren banden terwijl ik in de volle wind mijn jas en Fleece omhoog sta te houden.
Als Alan eindelijk tevreden is heb ik het zo koud dat ik niet eens meer normaal kan praten en Alan reageert daar gelijk op. Bang voor onder stelt hij allerlij vragen aan me, en ik probeer hem duidelijk te maken dat ik me verder goed voel en dat ik door wil. Als op dat moment de eerste zonnestralen op ons kleine groepje vallen wordt het snel een paar graden warmer en durft Alan het weer aan.
Stap voor stap komen we hoger, met zo nu en dan een ruk aan het touw door Alan, en een bemoedigend woord van Rick achter me.
Hoewel we onderhand vlak onder de top moeten zitten blijft deze onzichtbaar, wat het ook niet makkelijker maakt.
Als ik weer eens uit hang te hijgen over mijn pickel worden we ingehaald door een ander team van onze groep, en een goedbedoelde rotopmerking van een van hun geeft mij weer wat energie om door te gaan, weer 50 meter hoger.
Dan komen we de eerste groep op de terugweg tegen, helemaal door dolle dat ze het gehaald hebben, en hoewel ik nog steeds van plan ben om aan te haken schreeuwt alles in mij: ga door eikel, je bent al zo ver, je kan altijd nog dood gaan op de top, maar niet er onder.
Dus verder maar weer, maar nu op de hoogte van het feit dat het nog maar 40 meter omhoog is. Een meter of 10, 15 onder de top wordt de helling ineens veel minder steil en kan ik de enige echte top zien. Het laatste stuk is makkelijk te lopen en ik realiseer mij dat ik het gehaald heb. Met een brok in mijn keel, en tranen op mijn wangen loop ik de laatste 20 meter en dan kan ik nergens meer heen, ik sta om 07:15 op 4807 meter hoog op de top van de Mont Blanc. Rick, Alan en ik feliciteren elkaar en we maken wat foto's van elkaar en het grandioze uitzicht. We hebben geluk, we zijn er net op een rustig moment en zijn even geen anderen op de top.
We eten wat en ik krijg wat water van Rick, het mijne is keihard geworden.

De Terugweg.
Voor mij was de weg terug minstens zo mooi als de beklimming omdat er nu wat meer tijd was voor foto's en simpel genieten van het uitzicht.
Om een uur of 11 waren we terug in de Goûterhut waar ik een flinke aardappel omelet naar binnen heb gewerkt voordat we aan de klim naar het treinstation van de TMB begonnen.
Om ongeveer 17:00 kon ik vol trots mijn vrouw op de camping vertellen dat ik het gehaald had, en kon ik mijn voeten eens inspecteren, die er door het gebruik van huurschoenen niet echt lekker fris uitzagen.
's Avonds ben ik weer naar La Boerne gegaan om daar een groots feestmaal te eten, en vooral te drinken. Omdat iedereen in de groep het gehaald had was de sfeer wel heel erg goed, waardoor de boel eigenlijk iets uit de hand is gelopen, maar ja, we hadden wel wat neergezet
Het gevoel dat ik had op de top, of beter nog, er net voor, is een hoogtepunt in mijn leven geworden, en ik put er nog vaak uit dat ik het toch maar gedaan heb. De Mont Blanc wordt vaak minachtend een wandelberg genoemd maar zeker in de vorm zoals Edward Bekker of Robert Steenmeier dit doen is het een ideale kennismaking met alpien klimmen, en de gidsen drukten on op het hart om vooral eens een minder bekende berg te beklimmen, waar je veel minder drukte en dus een veel relaxtere sfeer in de hutten hebt.
Ik ga deze zomer de Pyreneeén in en hoop daar ook tot minstens 3500 meter te kunnen klimmen, en misschien hoger. Na de Mont Blanc is mijn doel niet hoger te klimmen, maar wel om eens mooier te klimmen.

Ik wil eindigen met er op te wijzen dat ik geen schrijver en geen ervaren alpinist ben, maar dat ik wel heel veel plezier heb beleefd tijdens deze tocht. De pijn en vermoeidheid ben je zo weer vergeten, maar de mooie herinneringen blijven hangen.
Ik hoop dat je plezier hebt beleefd aan het lezen van dit stukje.

Rob Plas


Hiking-site.nl op Twitter




Share/Bookmark
homezoeken op deze sitetop van de pagina
Vertel vrienden over deze pagina

Laatste wijziging: 21-04-2024

Hiking-site.nl is een site voor actieve buitensporters, wandelaars en hikers die op zoek zijn naar informatie over materiaal, routes, navigatie, EHBO, tips en tricks, avontuur, wandelen, outdoor en buitensporten. Nieuw op deze site?
Lees dan eerst eens rustig deze pagina met informatie over Hiking-site.nl!
[home] [linken naar Hiking-site.nl] [adverteren op Hiking-site.nl]
"; } if(lC>2400) { rightAd3.innerHTML = "
"; }