Wilco's eerste echte top…
Chamonix, Augustus 2004
Al menigmaal heb ik het geprobeerd: Met vrouw en kind een echte berg, zo een met een naam en een hoogte te beklimmen maar alle eerdere pogingen zijn tot nu toe mislukt.
Slecht weer, gebrek aan conditie, blessures, totale des-interesse, tijdgebrek, te technische routes…altijd was er een geldige reden om het familie uitje niet af te sluiten met een geslaagde topbeklimming.
Op zich niet erg, meestal was de dag toch goed besteed, en op een enkele wandeling met junior in " ik heb nergens zin in, dus ga ik lopen sippen en dwars doen" mode na was het vaak mooi, meestal zeer bevredigend en dus voor herhaling vatbaar.
Maar toch wilde ik zo graag Wilco eens de enorme voldoening van het halen van een top, het gevoel dat de berg "af" is laten meemaken, en uiteindelijk is de keuze voor de poging gevallen op de Aguille du Tour in het Mont Blanc massief gevallen.
Waarom juist die Aguille?
Deze berg is met zijn 3544 meter een serieuze 3000-der, heeft een makkelijke aanloop naar de Albert 1 hut, met de nodige liften in de lagere regionen. Verder loopt de route over een schitterende gletscher, de Glacier du Tour die goed toegankelijk is en vooral hogerop weinig diepe scheuren heeft. De berg wordt veel beklommen, dus dat betekent dat er altijd wel mensen in de buurt zijn en niet geheel onbelangrijk: ik heb eerder deze berg zelf al eens beklommen, en ken de route dus.
Na wat voorbereidende wandelingen naar het Lac Blanc wordt de datum voor de beklimming van de Aguille du Tour gezet op 6 Augustus, Wilco's 12e verjaardag.
In Argentiere vinden we een outdoorshop waar we de spullen huren die we zelf niet bij de hand hebben: we hebben nog een setje stijgijzers, een pickel en 3 helmen nodig om voor ons drieën de uitrusting compleet te maken. Anja en ik hebben al een pickel en stijgijzers, gordels hebben we ook en heb ik mijn eigen klimtouw en voldoende carabines bij me. Volledig uitgerust met rammelend metaal keren we terug naar de camping in Chamonix, morgenvroeg de 5e vertrekken we naar Le Tour alwaar de kabelbaan ons de eerst 400 hoogtemeters op weg zal brengen.
5 Augustus, 2004
Lekker op het gemak, om een uur of 10 in de ochtend komen we in het dorpje La Tour aan bij de cabinelift die ons naar het eerste tussenstation op weg naar de Albert 1 hut zal brengen. Het is druk, er blijken net 2 bussen met bejaarde Fransen uitgeladen te zijn, en er schijnt nogal wat verwarring te heersen aan het loket. We zien het al snel, ook deze lift doet het weer eens niet…..
De lift naar Aguille du Midi is al weken stuk, naar Plan Praz hadden we 2 uur vertraging, en ook deze jongen weigert vandaag dus dienst. Het lijkt wel of de klad er een beetje inzit in deze regio.
Er zit niets anders op dan de eerste 400 hoogtemeters maar te voet te gaan. Erg jammer, maar het pad is gelukkig mooi en afwisselend en geen seconde saai.
Eenmaal boven bij Chalets de Charamillion en dus de stoeltjeslift voor de 2e etappe aangekomen doet deze het gelukkig wel, en na een bakje peperdure koffie zetten we de tocht voort.
Na 10 minuten zweven staan we op zo'n 2200 m hoogte, met nog 500 hoogtemeters te gaan, het eerste stuk over een gelukkig makkelijk, en niet te steil pad. Na een lekker relaxed uurtje wandelen draait het pad om een uitloper in de helling heen en zien we voor het eerst de hut in de verte, maar ook nog veel hoger liggen.
Rechts van ons hebben we een schitterend uitzicht op de uitlopers van de Glacier du Tour, met groteske ijsconstructies, water dat uit ijswanden stroomt en er verderop weer in verdwijnt. Het pad wordt grilliger en loopt uiteindelijk via de zijmorene de laatste 200 hoogtemeters recht omhoog naar de hut.
Het is een zwaar stuk, de rugzakken wegen nu aardig door en de al afgelegde weg begint de spieren te tergen. Maar na een laatste klauterpartij over de rotsen waarbij enorme roze-rode pijlen de weg wijzen staan we dan toch op het terras voor de hut.
Koffie, een omeletje en water verdwijnen razendsnel in onze magen, we krijgen een piepklein kamertje in het bijgebouwtje aangewezen en rusten nog wat uit. Later in de middag neem ik Wilco en Anja mee een stukje de gletscher op om te oefenen met de stijgijzers en pickels en hoe we als touwgroepje moeten lopen. Na een niet eens zo slechte maaltijd verdwijnen we vroeg onder de wol, en proberen wat te slapen.
6 Augustus 2004, Wilco's verjaardag
Half 4 in de nacht……zoals meestal weer geen oog dicht gedaan en het is eindelijk tijd om richting ontbijt te gaan. Wilco is jarig, maar realiseert het zich niet eens. Ik besluit om hem nog niet te feliciteren, dat wil ik ergens anders doen. Het ontbijt is een bezoeking: slappe koffie, gort droog brood, biscuits, de gebruikelijke duffe boel.
Om half 5 staan we in het donker buiten en ik controleer of we allemaal alles bij ons hebben. De weersberichten in de hut waarschuwen voor veel regen vandaag, N'Oublier pas votre Gore-Tex staat er letterlijk bij, maar de lucht is helder en ik heb mijn jas diep in de rugzak zitten, de windstopper voldoet prima nu.
Na de eerste 200 meter over de rotsen naar de gletscher gelopen te hebben komen we aan de rand van de ijsvlakte waar een stuk of 10 mensen bezig zijn met hun stijgijzers en touwen. Het schemert nu een beetje en de lampjes zullen weldra uit kunnen. Er ligt vrijwel geen sneeuw op dit deel van de gletscher, er ligt sowieso in het hele gebied veel minder sneeuw dan de vorige keer dat ik hier geweest ben, maar hogerop komt dat wel goed.
Ik help Anja met haar stijgijzers en gordel, voorzie daarna Wilco van zijn spikes en zorg als laatste voor mijn eigen spulletjes. Best lastig allemaal, in het half donker: drie merken gordels, 3 types stijgijzers, en 2 mensen in de groep die amper weten hoe het werkt.
Bovendien draag ik zo'n 40 meter van de 60 meter touw waarmee we aan elkaar zitten. 11,8 mm enkeltouw is niet de beste keuze voor dit werk, maar we moeten het er maar even mee doen. Maar we kunnen mooi op tijd vertrekken en we zetten de eerste stappen de gletscher op. De route loopt onder de top door, via een steile couloir rechts om de berg naar een gletscher aan de andere kant.
Omdat de zon net de hoogste toppen beschijnt is het uitzicht schitterend, met prachtige vergezichten over de wolken heen naar de Mont Blanc, een kilometer of 15 verderop.
We genieten met zijn drieën van de uitzichten, nemen de tijd voor pauzes en doen het lekker rustig aan. De afspraak is dat we eventueel nog een nacht in de hut blijven zodat we alle tijd hebben om het maximale uit deze dag te halen wat er in zit. Het weer blijft uitstekend, er is geen wind en de lucht die langzaam van zwart via diep blauw naar helder lichtblauw kleurt is op een enkele wolkenflard na helder. De klim in de couloir is steil, lang en vergt veel van Anja en Wilco. Ik weet dat dit het lastigste stuk is en beloof ze prachtige uitzichten, vlakke wandelroutes en een lange pauze in de zon als we boven zijn. Bovenaan de couloir is het even lastig klauteren over gladde rots, iets waar vooral Anja het moeilijk mee heeft maar dan zijn we toch echt bovenaan de pas. We eten wat in het zonnetje, drinken vooral veel en na een goed half uurtje gaan we weer verder. De route loopt nu een stuk vlakker maar stijgt uiteraard nog wel. Het uitzicht over het Plateua du Trient is naar rechts schitterend terwijl we aan de linkerkant de indrukwekkende rotsgraat volgen waarin de top van de Aguille du Tour het punt is waar we naar toe op weg zijn.
Onderaan de granietbult waar we de laatste 150 meter moeten klimmen laat Anja me subtiel weten dat ze met haar hoogtevrees liever niet mee gaat naar de top, ze blijft liever onderaan op de gletscher van het zonnetje genieten en uitrusten. Wilco en ik gooien alle overbodige bagage bij moeders neer, en met slechts de stijgijzers, pickels, een reepje of 2, de camera en het touw gaan we samen de laatste klim in. Al snel komen we op een punt waar het echt klimmen wordt en de stijgijzers en pickel achtergelaten moeten worden. Er loopt geen echte route naar de top, iedereen zoekt zo'n beetje zijn eigen weg naar boven, en herhaaldelijk moet ik Wilco best in de gaten houden en met het touw wat extra zekeren. Maar het gaat goed, en na een goed half uurtje klauteren staan we op de top.
Het is 10:00 precies en we hebben 5˝ uur over de klim gedaan. Nu vind ik het tijd om Wilco te feliciteren met het halen van de top, en natuurlijk zijn verjaardag! Ik zing hem "Happy Birthday to You" toe en een aantal Italianen op de top vallen gelijk bij. Wilco glundert, ik zie hem groeien van trots, en ik voel me ook trots als een pauw. Hij doet het toch maar! We nemen de nodige foto's, Wilco kletst volop in gebrekkig Engels met de Italianen en het weer is nog steeds perfect. We verzamelen beiden wat topstenen voor de collectie thuis, genieten van de sfeer en het uitzicht.
Dan, na 20 minuten vind ik het welletjes, ik heb dorst en de afdaling zal best zwaar zijn. We doen het heel rustig aan, en het gaat allemaal goed. Alleen ben ik zo geconcentreerd bezig met het dalen an sich dat ik niet helemaal de zelfde route terug kies en we iets te ver links uitkomen, en daar loopt de route dood op de ijsranden van de gletscher. Op zich niet zo erg, maar de stijgijzers liggen 50 meter verderop naar rechts en na wat zoeken blijkt dat de enige veilige weg die kant op betekent dat we weer een heel stuk moeten klimmen. Tegen de tijd dat we bij de stijgijzers en pickels aankomen is mijn touw een grote knoop, en ben ik behoorlijk moe. Maar het ergste is de dorst! Net als ik even zit bij te komen komen 2 Britten bijna opdringerig op ons af en zij besluiten dat we in de problemen zitten. Dat valt allemaal erg mee, maar ze willen zo graag hun kennis en technieken met ons delen dat ik ze maar laat gaan, en met zijn vieren dalen we de laatste 30 meter naar Anja, waar ik eindelijk mijn water weer bij de hand heb. Wat kan een gewone slok water dan toch lekker zijn. De Britten worden vriendelijk bedankt, ik beloof ze een drankje in de hut en we gaan ons klaarmaken voor de terugtocht.
Normaal loopt de route verder door, zodat je uiteindelijk een rondje geheel om de berg heen bent geweest, maar het valt me op dat er niemand die kant op gaat, en ook zie ik weinig of geen sporen die kant op lopen. Ik besluit om de zekerste weg te kiezen, wel langer, maar in ieder geval bekend: we keren op onze schreden terug. De Britten zie ik richting 2 oudere klimmers lopen, en ook daar zie ik dat ze weer aan de gang gaan met hun touwen en carabiners. Laat ze maar, liever zulke mensen om me heen dan lui die het allemaal geen zak interesseert hoe het hun medeklimmers vergaat. De afdaling door de couloir duurt veel langer dan ik verwacht had, zelf kan ik als een gems dalen, maar Anja en Wilco hebben er duidelijk meer moeite mee. Ze vallen beurtelings in de sneeuw, en even lijkt het er op dat ze de lol er niet meer van inzien. Na de couloir met zijn hele steile stukken gaat het gelukkig wat beter, en we zien het einde van de gletscher al liggen. Als we verder dalen zie ik ook waarom de route rondom niet gebruikt wordt; Door de geringe hoeveelheid sneeuw ligt er een stuk van de gletscher onderaan de andere pas bloot, en het ijs is daar een wirwar van brede, diepe scheuren, crevasses waar je nauwelijks door heen lijkt te kunnen komen. De sneeuw waar wij doorheen lopen is intussen nat en papperig geworden, en we hebben geen van drieën nog droge voeten en vooral Anja is doodop. Wilco stapt over een kleine crevasse, Anja let niet op en verdwijnt ineens tot aan haar oksels in de scheur. Snel zet ik het touw strak, ram mijn pickel de sneeuw in en zet het touw met een dubbele lus vast. Daarna doe ik aan de voorkant hetzelfde met Wilco's pickel, en ik vertel Wilco het touw strak te houden. Dan pas ga ik Anja helpen met uit de scheur te klauteren. De scheur blijkt niet zo diep, maar ik hou de touwen goed in de gaten terwijl ze uit de ijsspleet komt. De schrik zit er even goed in, ik druk iedereen op het hart dubbel uit te kijken, juist omdat we moe zijn, en maak dan voort tot we aan de rand van de morene onder de hut de stijgijzers af kunnen doen.
Een half uurtje later zitten we aan de thee en koffie en verwachten we elk moment onze omeletten terwijl nog steeds het zonnetje heerlijk schijnt. Het is 2 uur, en we hebben dus nog tijd genoeg om de afdaling naar het dal te maken. We rusten goed uit, drogen de voeten, eten en drinken voldoende en na afrekenen van de hut en alle consumpties vertrekken we voor de afdaling naar het dal. Na de morene, en weer terug op het vlakke pad vermaken we ons nog met een marmot die tot op een meter te benaderen is, en in de diepte zien we dat alle liften weer in beweging zijn. Om 5 uur staan we weer bij de auto, moe maar zeer voldaan. Onderweg naar de camping stoppen we in de outdoorshop om de gehuurde spullen in te leveren, ik koop gelijk een speciaal, lichter en wat korter randonneurtouw en geniet enorm van de houding die Wilco zich aanmeet in de winkel. Hij is zich erg bewust van zijn prestatie en loopt helemaal als "klimmer tussen de klimmers" erg cool te zijn. Een prachtgezicht en op de een of andere manier lijkt hij volwassener, zekerder!
's Avonds na de lange hete douche, tijdens een prima pizza barst eindelijk de beloofde regen los, en niet zo zuinig ook. De Gore-tex is nu dan eindelijk nodig, al voldoet een paraplu ook prima tijdens de wandeling naar en van het toilet. -Later in de week waag ik samen met Wilco een poging op de Petite Aguille Verte, door de steile ijswanden en pittige klim over de rotsen onder de top daar wat technischer dan de Aguille du Tour. Deze keer halen we de top niet, maar we hebben wel genoten van alweer een prachtige dag in het hooggebergte. Want hoe leuk het dan ook is om een top te halen, je mag natuurlijk nooit de dag laten verpesten als het eens niet lukt. Wilco heeft al te kennen gegeven dat hij volgend jaar met mij de Aneto en/of de Pico de Posets wil beklimmen in de Pyreneeën, daar ga ik hem aan houden.
Rob
PS: De 2 Britten hebben we nog een gezellig uurtje mee doorgebracht bij de Albert 1 hut, de beloofde drankjes zijn gegeven, en voor Wilco hadden ze zowaar een toepasselijke cadeautje voor zijn verjaardag. Toffe lui!
|