foto In het schrijfblok komt telkens een nieuw (reis)verhaal over de belevenissen van bezoekers van de site. Ook jij kunt jouw verhaal insturen voor publicatie.

"Met zijn zessen!"

Het waait stevig als we bij het Hospital de Benasque de auto's uitladen. Zo stevig zelfs dat er diverse dranghekken op het parkeerterrein zijn omgewaaid (!) en hier en daar als dronken zwervers tegen de geparkeerde auto's aanleunen.
Dat belooft niet veel goeds voor de komende 2 dagen, we willen de bergen in om vannacht ergens een bivak op te slaan in de buurt van La Renclusa, de hut die als uitvalsbasis dient voor de beklimming van de Pico de Aneto.
Na een jaar van voorbereidend gepraat en emailverkeer is het dan eindelijk zover: Fred, Jurgen, Raymond, Richard, Duncan en ik zijn in de Vallee de Benasque. Na een laatste bak koffie in het Hospital, een hotel midden in de vallei, hijsen we de rugzakken om, controleren bij elkaar de diverse bandjes en ritsen en beginnen de wandeling die ons dieper in de vallei zal brengen.
Hoe dieper we de vallei in wandelen des te meer sneeuw komen we tegen, en de flanken van het Anetomassief zijn nog helemaal wit. In tegenstelling tot de zomer is het nu stil in de vallei, op een enkele skieer na.
We genieten van de indrukwekkende vergezichten, een enkele marmot die fluitend tussen de rotsen schiet en de wandeling.
Als we na een uurtje stevig doorstappen aankomen bij La Besuerta waar zomers de toeristenbus stopt zien we hoe de sneeuw van het afgelopen seizoen ook hier heeft huisgehouden: het hele afdak is ingezakt en alleen de "cantina" en de bushalte staan nog overeind. Hier zal weer het nodige moeten worden opgeruimd en gerepareerd moeten worden voor dat de grote stromen dagjesmensen weer deze kant op komen. De wind is intussen flink geluwd maar de vele recente sporen van lawines maakt ons toch erg voorzichtig.
Bij La Besuerta bespreken we onze plannen: Een aantal mensen wil liefst in het dal blijven, een ander deel wil eventueel proberen of de top van de Aneto haalbaar is. Na een half uurtje discussie zijn we er uit: de top gaan we niet proberen te bereiken: er is kans op storm vannacht, er is nog veel lawine gevaar in de hogere regionen en de gemiddelde ervaringsgraad in de groep is niet afgestemd op een dergelijke onderneming.
We besluiten om door te klimmen tot La Renclusa en vanaf daar weer de route aan te passen aan de omstandigheden. We hebben bij een klim naar de Portillon de Benas 2 dagen eerder al geleerd dat we heel snel kunnen afdalen mocht dat nodig zijn en ook de benodigde pickelrem technieken stevig geoefend met z'n zessen.
Verder zijn we allemaal uitgerust met de juiste kleding en materialen zodat we best wel een stootje kunnen hebben.

Foto: Raymond Koome (2003)

Na La Besuerta begint het pad al snel te stijgen en na een paar honderd meter verdwijnt het pad onder een dikke sneeuwlaag zodat we min of meer recht omhoog traverserend richting de hut kunnen klimmen.
De groep valt uiteen in 3 duo's omdat vanzelf de mensen met bij elkaar passende tempo's bij elkaar blijven.
Duncan en Raymond doen het op hun gemak, Fred en Jurgen hobbelen daar ergens boven terwijl Richard en ik al snel in een gelijkmatig tempo stug naar boven stoempen. Dit is de eerste keer dat wij daadwerkelijk samen in de sneeuw klimmen en het voelt goed! Als een trage maar doorduwende diesel klimmen we in een klein uur tot aan de hut waar we op de rest wachten. Na deze klim zitten we gelijk driftig toekomstige tochten te plannen want we voelen allebij aan dat we samen een heleboel zouden kunnen bereiken. De klimmers die achter ons volgen leveren schitterende plaatjes op en mijn camera klikt er lustig op los.
Al snel zitten we met zijn allen aan de soep en koffie bij het monumentje voor de hut, die verder gesloten is tot aan Juli en we bespreken de verder te volgen tocht: heel even komt de top nog ter sprake, maar we blijven bij ons besluit dat de risico's te groot zijn om veel hoger door te klimmen vandaag.
Het alternatief is echter snel gevonden: Ten oosten van de hut lonkt een schitterende stijle klim tot een pas op zo'n 2600 meter hoogte en volgens de, overigens beroerde, kaarten van de vallei moeten we achter de pas een mooie en veilige plek kunnen vinden voor onze tenten.
We vertrekken voor de stijle klim van een kleine 250 hoogtemeters lang en al snel splitst de groep weer op.
Richard en ik zitten al weer snel in het dieseltempo vastgezogen en als in een trance gaan we in cadans zigzaggend de helling op. We praten amper, maar genieten des te meer. Zo opgaan in het ritme van een klim, genietend van de grootse uitzichten is voor mij een haast mediterende ervaring. Zeker omdat ik perfect pas in het staptempo van Richard. Bij elke bocht wissel ik de pickel naar mijn andere hand, doe even snel de polslus goed en stap weer lekker door. Ik raak niet buiten adem, ben niet moe en geniet dan ook van elke minuut.
Tot ik ineens tot aan mijn edele delen in de sneeuw wegzak….. Mijn zware rugzak trekt me hierbij ook nog eens wat achterover zodat ik pas met de nodige moeite weer uit het gat geklauterd raak. Gevaar voor echte spleten is hier niet, maar de ervaring is toch weer even iets waar je van wakker wordt geschud.
Inmiddels is de rest ook hier op dit gedeelte aangekomen en beurtelings zien we mensen tot hun kruis wegzakken in de sneeuw.
Een enkele keer moet er zelfs bijgesprongen worden door de rest om mensen weer op pad te helpen, wat kan leiden tot de hilarische situatie dat er 2 man naast elkaar vast staan in de sneeuw terwijl 2 anderen hun best doen om de slachtoffers uit hun positie te helpen.
De sfeer is verder uitermate goed en al snel staan we bovenop de pas. Hier krijgen we de achterkant van de Vallee de Benasque te zien: maagdelijk wit met slechts een meanderende rio om het plaatje perfect te maken.
Terwijl de rest even bijkomt klimmen Richard, Duncan en ik nog even zo'n 50 meter door waarna we als groep afdalen richting een "eilandje" gevormd door een sneeuwvrije bult met wat weerbarstige dennen.
Na kort beraad blijkt dit de ideale kampeerplek te zijn: Ver van eventuele lawinegevaarlijke hellingen, en een sneeuwvrije plek om te koken en rond te hangen.

Foto: Raymond Koome (2003)

Al snel staan de knalrode en felgele tenten overeind en kan Richard aan zijn grote hobby beginnen: beesten met een sneeuwschep!
Er verschijnen 2 stevige sneeuwmuren rondom de tenten en daarna graven we een diep hol om vannacht 2 rugzakken in te plaatsen.
Allemaal voorzorgen die op het eerste gezicht overbodig lijken: het is schitterend weer met amper wind en veel blauw in de lucht. Toch worden de tenten extra aangespannen aan ingegraven pickels en/of takken die we onder de dennen vinden.
Raymond heeft intussen zijn brander geinstalleerd en begint de ene pan water na de andere te koken. Thermosflessen worden gevuld en diverse pasta maaltjes, al dan niet aangevuld met shoarmavlees, bereid.
Als na het eten de nacht over het kamp begint te dalen en iedereen alles klaar heeft wordt er nog een flesje schotse zon geopend voor een afzakkertje, wat nachtopnames geschoten en uiteindelijk gaan we een voor een richting het nylon, thermorest en dons voor een welverdiende nachtrust. Al snel valt er een diepe rust over het kamp en gaan we een lange, rustige nacht tegenmoet.

Foto: Raymond Koome (2003)

Rommelrommelboemberdeboembromknal!bulderdebulderbroemrommelrommel

Met zijn drieen zijn we in een klap klaarwakker van een enorme onweersklap met bijpassende echoeffecten. Ook begint het stevig te regenen zodat de conclusie luidt dat de beloofde storm inderdaad over het kamp is losgebarsten.
De bliksemschichten zijn zo fel dat je door je oogleden heen te lijkt te kunnen kijken, stevige valwinden rukken aan de tent en keer op keer die enorme pestklappen als bonus.
Omdat de tent het allemaal makkelijk lijkt te weerstaan vermaken we ons opperbest alleen moet ik piesen als een rund. Geen prettig vooruitzicht met dit weer.
Als het even wat minder lijkt te regenen schieten we de tent uit, Richard voor een korte inspectie van het kampement en de buren, ik om mijn klappende blaas te legen.
De Bert Vischer grappen zwerven nog even door de tent maar na een uurtje of wat luwt het slechte weer en lukt het me om nog even wat te slapen.

Foto: Raymond Koome (2003)

Hee, luie donders, wakker worden!
Raymond wekt ons subtiel uit onze ochtendroes………..
Het dons is echter zo aanlokkelijk, maar we hebben gisteren besloten vandaag snel op te breken en af te zakken voor een ontbijt op een lagere helling. Dit omdat officieel wildkamperen niet is toegestaan in dit Nationaal Park en we geen gedonder met eventuele parkwachters willen.
Met klamme vingers en stramme spieren slopen we de tenten, vullen we onze rugzakken en gaan na een kleine 3 kwartier weer op pad. Gelukkig is het eerste stuk een makkelijke afdaling en na een kwartiertje of zo belanden we bij een smerige, scheve container die op de kaart staat aangeduid als "cabana"
Hier, min of meer beschut tegen de regen en wind delen we ons ontbijt, zetten koffie en filtreren we water uit de dichtst bijzijnde waterbron.
Opgeknapt hervatten we na een uurtje onze tocht die echter doodloopt tegen een felstromende rivier die donderend onder de sneeuw verdwijnt. We bespreken de opties: weer terug het dal in om in het vlakkere gedeelte de meanderende stromen over te steken of een poging om omhoog langs de watervallen een weg naar het eerste dal te vinden.
We besluiten tot het laatste en vol goede moed vertrekt de groep. Na een paar honderd meter echter loopt de tocht min of meer dood bovenaan een stijle wand waar we een beetje ongecoordineerd een weg naar beneden proberen te vinden. 2 man lukt dit, maar aangezien andere pogingen tot niets leiden besluiten de overige 4 leden om rechtsomkeert te maken en de optie 1 maar aan te gaan. We roepen wat heen en weer met de 2 die al beneden zijn zodat ze op ons wachten en we vertrekken.
Het oversteken van de diverse stromen terug in het dal levert meer problemen op dn verwacht maar met slechts 1 paar natte, koude voeten staan we dan toch aan de juiste kant van het water.
We lopen snel naar het andere dal waar we de 2 vooruitgelopen achterblijvers verwachten maar eenmaal daar aangekomen vinden we niets dan sneeuw, leegte en stilte.
We roepen en fluiten wat maar krijgen geen reactie. De twijfel slaat toe bij de vier want waar zijn deze twee nu heen? Terug naar boven, min of meer richting tentenkamp om ons tegenmoet te lopen of toch door naar La Besuerta?
We besluiten maar om zelf naar La Besuerta af te zakken, en onderweg volgen we wat sporen die hopelijk van de twee afkomstig zijn.
Richard, ook bezorgd, zet er een tempo in waar ik maar moeilijk mee uit de (natte) voeten kan en na een uurtje stevig buiten adem doorstiefelen komen we afgepeigerd bij La Besuerta aan. Hier zitten de 2 ons op te wachten maar de opluchting van het weerzien vertaalt zich in bot gedrag van de 4 hondsmoeie stappers.
Als de rugzakken gedumpt zijn komen bijeen waarna er even een pittige discussie plaats vindt of wat en wie er allemaal de fout in is gegaan.
Gelukkig duurt dit allemaal maar even, en nadat iedereen zijn zegje heeft gedaan wint de opluchting en het besef "leermoment" het van de boosheid en gaan we weer als vrienden verder richting het Hospital de Benasque.
Na de laatste bulten bij La Besuerta overgeklommen te zijn strekt de vanaf hier vrijwel vlakke vallei zich voor ons uit en ik merk dat ik weer lekker in mijn vel zit qua vermoeidheid en conditie. Ik ken dat van eerder soortgelijke tochten: moe als ik ben gaan de benen in maalstand, het verstand op nul, ik hang zo'n beetje onder mijn rugzak en dan kan ik lopen tot st Juttemis.
In eerste instantie hoor ik de Leki's van Fred nog achter me tikken maar dat geluid verstomt. Een paar kilometer ben ik in de veronderstelling dat hij vlak achter me zit, maar dat blijkt na een vlugge omkijkbeweging Duncan te zijn die lekker achter me aan smokst.
Als dan na een laatste bultje het dak van het Hospital onder me opduikt en ook de auto's in zicht komen weet ik dat het er opzit en voldaan zet ik mijn rugzak op het terras en duik met Duncan de bar in.
Een paar minuten later zitten we met zijn allen aan de dikhouten tafel en wordt er flink aan de cafe solo genipt.

Foto: Raymond Koome (2003)

Wat een tocht!
Hoewel het oorspronkelijke doel van deze week bij lange na niet gehaald is: Pico de Aneto en de Pico de Posets beklimmen, zijn deze en de andere tochten in het gebied meer dan bevredigend geweest.
Morgen zullen we nog een top van 2500 meter beklimmen en dan via de kust richting Nederland vertrekken.
De volgende afspraak is al gemaakt: Snowdonia wordt het doel, weer vroeg in het seizoen.

Adios,
Rob

Foto: Raymond Koome (2003)

Hiking-site.nl op Twitter




Share/Bookmark
homezoeken op deze sitetop van de pagina
Vertel vrienden over deze pagina

Laatste wijziging: 05-10-2024

Hiking-site.nl is een site voor actieve buitensporters, wandelaars en hikers die op zoek zijn naar informatie over materiaal, routes, navigatie, EHBO, tips en tricks, avontuur, wandelen, outdoor en buitensporten. Nieuw op deze site?
Lees dan eerst eens rustig deze pagina met informatie over Hiking-site.nl!
[home] [linken naar Hiking-site.nl] [adverteren op Hiking-site.nl]
"; } if(lC>2400) { rightAd3.innerHTML = "
"; }