foto In het schrijfblok komt telkens een nieuw (reis)verhaal over de belevenissen van bezoekers van de site. Ook jij kunt jouw verhaal insturen voor publicatie.

"Over de GR 67, door het hart van de Cevennen"

Een in de afprijzing gekochte Elmar wandelgids over de Cevennen en Causses was een aanleiding om de GR 67 te gaan lopen. Om de kosten niet huizenhoog te laten oplopen ben ik op zoek geweest naar de goedkoopste manier om in het zuiden van Frankrijk te geraken. De nachttreinen begin juni waren heel concurrentieël doch het verlof zou te zeer geperst zitten tussen andere uitstappen, iets waar het thuisfront toch wat bezwaar tegen maakte.
Eurolines zou me voor 136 euro, heen en terug, naar Nimes voeren. Ik zou er wel vijftien uren busreis voor over moeten hebben.

Woensdagavond 7 mei:
Na enkele uren zat ik mee in het ritme van de rest van het gezelschap. De buschauffeur deed er alles aan om zijn toilet ongebruikt te laten en we stopten dus om de haverklap voor een 'comfortpauze' zoals hij het uitdrukte. Het moment van verademing voor passagiers met gespannen blaas of rokers met een dalende nicotinespiegel.
Zou er een drugtrafiek Amsterdam-Lyon bestaan?
Een grondige pas- en drugcontrole die voor een oponthoud van meer dan ½ uur zorgde.
Aan alles gedacht in mijn voorbereiding, maar niet gecontroleerd of het uurwerkje dat aan de rugzak bengelt nog wel de juiste tijd aangaf. Door een lege batterij zou de zonnestand mijn ritme bepalen.
Na Lyon deed 'autoroute du soleil' zijn naam alle eer aan. Al aardig druk op de parkings, de zon reflecterend in het voorbij zoevend metaal en glas.
12u: aan een parking bij Montelimar.
Nimes ligt nog op 120 km van hier. Heuvelruggen op de achtergrond kondigden het vooruitzicht van een avond in alle rust aan.
15u: Er klopt hier iets niet!
De bus naar anduze komt maar niet opdagen. Ik vond het een toppunt van chauvinisme toen ik enigszins vermakelijk keek naar al die wapperende franse vlaggetjes aan de spiegels van zowat alle autobussen.
Langzaam begint het te dagen bij mij.
Acht mei is een feestdag in Frankrijk met als consequentie dat ik waarschijnlijk voor vandaag niet meer in Anduze zal geraken. Niemand op het station kon mij duidelijkheid geven en nergens was een uurregeling te bespeuren.
Tegen 19u voor mezelf uitgemaakt dat ik gedoemd was ergens in of rond Nimes te overnachten.
Richting camping getrokken die (te) ver buiten het centrum van de stad lag.
Een klein parkje tegen de ringweg.
Nood breekt wet.
Tegen valavond zet ik hier, midden de flatgebouwen ergens op een uithoek, mijn tent neer. Een man die zijn hond uitliet zei dat hij dit wel eens meer zag gebeuren.
Morgenvroeg is het terug een gewone werkdag.
De eerste bus vertrekt, als ik mij niet vergis, rond 7u.

Vrijdagochtend 9 mei:
Vier uur zegt de stationsklok. Uren te vroeg.
Samen met wat 'mensen uit de rand van de samenleving' zittend aan het station te wachten tot het zijn deuren opent.
Te zeer erop gebrand om mijn bus niet te missen en de onrust om betrapt te worden door iemand van het officiële gezag hebben voor een onrustige nacht gezorgd.
Zijn dit nu de momenten waar ik naar zit uit te kijken als ik mijn rugzak aan het inpakken ben?
Ik zou nee zeggen, doch eigenlijk heb ik het kader waarin ik mij nu bevind zelf in scène gezet, door de keuzes die ik zelf heb gemaakt.
Ik voel me op geen enkele wijze verbonden met de lui hier voor de ingang. Toch straalt er iets van hen af op mij en voor een voorbijganger zou ik op geen enkele manier misstaan binnen zijn prentje wat hij van ons gemaakt zou hebben.
Het contrast werd pas duidelijk toen een van de 'thuislozen' vroeg of hij wat water mocht drinken uit mijn fles.
Hoe hij dit wilde drinken?
Of hij geen glas had?
Het gebaar van de fles aan de mond en een 'nee' gebaar van mij maakte dat ik definitief had afgedaan bij hem.
Ergens blijft er iets knagen als ik eraan terugdenk.

Colognac; op de trappen van het kerkje.
Mijn eerste warme maaltijd achter de kiezen.
Gisteren nog wat twijfels of ik de tocht rond zou kunnen maken.
Het wordt nu wel allemaal erg krap in tijd:130 km in iets meer dan 4 dagen.
Het leesboek 'Chaos op het ijs' wat ik heb mee genomen, heeft een kalmerende werking op mij. Tegelijk geeft het mij energie om voluit te gaan en de verloren tijd in te halen en mij zo te houden aan het oorspronkelijke opzet.
Chaos op het ijs is het relaas van de poolreizigers Alain Hubert en Dixie Dansercoer.
Hun strijd om in het spoor van de Noorse oceanograaf Fridtjof Nansen de noordelijke ijszee trachten over te steken,zonder bevoorrading. Een streek waar de mens zich slechts met moeite kan handhaven.
Hoe dikwijls heb ik al niet een route aangepast, gewoonweg omdat ik te snel opgaf of een gemakkelijker variant besloot te nemen?
Omdat ik weigerde de confrontatie aan te gaan met wat zich aandiende.
Thuiszijnde komt er dan spijt, spijt van de gemiste momenten. Dit mag me deze keer niet gebeuren.
Om 8 uur aangekomen in Anduze. Als enige passagier op de bus. De busonderneming zal op die manier maar weinig winst maken, met het gevaar dat de frequentie van de lijnen misschien nog verder zou kunnen dalen.
Watervoorraad aangevuld bij het fonteintje voor het toeristenbureau. In mijn rugzak voldoende eten voor een kleine week dus verder niet afhankelijk van openingsuren en sluitingsdagen.
Klimmend en dalend langs goed onderhouden tuintjes, tussen muren van stapelsteen, geurende kruiden, kwakende kikkers in de enkele poelen onderweg.
St-Félix de Pallières, een zakdoek groot ademt authenticiteit uit. Een kleine gemeenschap met een mooi Romaans kerkje.
Net voor het binnenkomen van Colognac zou het vlak grasveldje bij de rivier een goede overnachtingplaats zijn geweest.
Colognac heeft twee publieke plaatsen waar water bijgevuld kan worden.
Om het verlies van gisteren goed te maken heb ik besloten om door te gaan tot Col de l'Asclier. De pyloon bij Col du Fageas is een goed richtpunt. Wat een eind om nog te gaan!

Col d'Asclier.
Na Colognac geen water meer tegengekomen voor directe consumptie. Wel hier en daar een mogelijke bivakplaats (b.v. bij Le Camp Barrat).
Mei, het seizoen dat brem in de bloei staat. Ganse velden kleuren de hellingen geel en verspreiden hun bedwelmende geuren.

Op het einde van een lange dag was het klimmetje naar Col du Fageas pittig, erg pittig. Even niet flauw gedaan en lekker doorgetrokken tot boven.
De afdaling over de gr 6B, eerder vervelend.
Het kleine plateau voor de col is een geschikte overnachtingplaats. Zo in het zadel tussen twee toppen, winderig, maar wat een uitzicht!
Het huis bij Col de l'Asclier was onbewoond. Boven op Pont Moutonnier is zo mogelijk een nog vlakker graslandje te vinden.
Het gevaar om daar overrompeld te worden door een kudde schapen lijkt me onbestaande. Vroeger waren er kuddes van 3000 en meer schapen. Die tijd is al lang voorbij. Daarbij komt de trek naar de hogerop gelegen weiden pas rond 15 juni op gang.
De bron bij de D20 is goed aangegeven en is tegelijk de woonplaats van enkele salamanders. Voor vandaag is het meer als goed geweest.
Hardop converserend met mezelf hoe tevreden ik wel ben met mijn prestatie.
Heerlijk weertje gehad en een zon die het, na vijftien uur schijnen, langzaam voor bekeken hield.

Zaterdag ochtend 10 mei:
Vanaf Serre de Borgne was het aangenaam wandelen met uitzichten op het dal.
'Tentlopers' hebben aan Bonperrier een goed alternatief als ze niet in de Gîte van La Bessède willen slapen. Vooral tussen de vervallen gebouwen zijn er mooie plaatsjes te vinden om de tent op te zetten.
Je krijgt zicht op een stukje historie toen de mensen hier een hard bestaan leidden. Schaap en kastanjeboom waren de pijlers van hun organisatie. Drinkbakken beneden in het dal geven aan waar er mogelijk water afgetapt kan worden.

De terugblik vanaf Col du Terme op de weilanden met zijn terrassen geeft door de schaduw en lijnen spel een rustgevend prentje.
Het eerste stuk na Aire de Côte was saai. Brede bosweg met weinig uitzichten.
Ik zou de volgende keer de variant nemen die over de crête gaat.
Vanaf Col Salidès werd het pad boeiender, met na Tunnel du Marquaires een landschap dat veranderde in een droog kalkplateau, causses genoemd.
Kortharig,stug gras op een kalkstenen ondergrond met veel kleurige bloemen.
Buiten de overlopen van de verschillende waterreservoirs langs de weg, zijn er na col Salidès nog twee aftappunten voor water. De laatste bron, voor ik l'Hospitalet bereikte, bevond zich in de buurt van Peyreficade.
Flessen terug bijgevuld. Bivakplaatsen voor het oprapen.
Wel goed om weten is dat bivakkeren hier verboden is, daar je binnen de grenzen van het nationale park bent. Ik heb er even aan gedacht omdat ik het een heel aangenaam, open landschap vond met mooie vergezichten. Lage struiken en rotspartijen breken het groene veld.
L'Hospitalet rond 16 uur.
Telefoontje gedaan naar het thuisfront, in een telefooncel van een vroegere generatie. Hier nog zonder tele-kaart.
Bivakplaats geïnstalleerd op het eerste weilandje links na de gîte. Iets boven de weg gelegen zodat ik lekker onzichtbaar zou zijn.
Af en toe een auto doch tegen de avond werd het heerlijk rustig en na een korte malse regenbui lieten vooral de vogels van zich horen.
Mijn leesboek nog eens ter hand genomen. Gedachten lezen van anderen geeft mij verstrooiing en hoe vreemd het ook is, het lijkt alsof ik een deel van de energie van het tweetal opslorp. Een heerlijk gevoel dat het mij fysiek uitstekend gaat en dat de enkele blaren die ik aan het kweken ben, mij weinig kunnen verontrusten.
Morgenavond ben ik al over de helft.

Zondag 11 mei:
Plan de fontmorte, 11u30: picknick tafels.
Schoenen laten verluchten en nog wat vocht geëvacueerd uit mijn blaren. Hopelijk houdt de huid het uit. Maar weinig verzorgingsgerief meegenomen.
Deze morgen bij het wakker worden, strak blauwe hemel. Dalen lagen nog in de mist.
Water bijgevuld aan een fonteintje bij de gîte in Barr-des-Cévennes. De kruidenier was open doch de bakker heeft op zondag en woensdag zijn rustdag.
Ergens op de crête bij top Le Malpas:
Genoeg voor vandaag.
Mijn pijp is nu wel echt uit.
Wat valt er over vandaag te vertellen?
Veel door bossen gelopen iets wat mij maar matig kon bekoren.
Bij het waterreservoir na Plan de Fontmort kan er ook water afgetapt worden.. Gisteren was ik er niet heel zeker van of je zonder maatregelen van dit water kan drinken. De constructie die hier gemaakt is, is er speciaal om drinkbussen te vullen. Ze is aangesloten op de overloop van het bassin.
Grote platen leisteen en nog resten van menselijke aanwezigheid van voor onze jaartelling: dolmen en een menhir.
Het roept bij mij gelijkenissen op met de Vogezen.
Col des Abeilles: eindelijk nog eens een stuk pad wat het vermelden waard is.
Ik vermoed dat er everzwijnen leven tegen de hellingen. Overal omgewoelde grond.
In de auberge van Les Ayres alle flessen laten vullen, na eerst nog een telefoontje naar huis gedaan te hebben. Les Ayres geeft mij toch een wat verwaarloosde indruk. In het restaurant wordt het volgens mij nooit druk en ik had de indruk dat de waard dit helemaal niet erg vond. Hij zat daar heel op zijn gemak achter een glas wijn samen met, volgens mij, een paar andere dorpsbewoners.
Heel stevig klimmetje naar boven. Erg stenige ondergrond doch, zo is me verteld, boven zijn er mogelijkheden voor een bivak.
Op deze crête is steenman-bouw tot kunst verheven. Er zijn exemplaren bij die de drie meter overschrijden en die eerder aan obelisken doen denken dan aan achteloos gestapelde steenhopen.

Veel groene oases waren er niet en zo heb ik lopen hollen van de ene naar de andere plaats, in de hoop dat het elders groener en comfortabeler zou zijn.
Op een bepaald moment was ik zo vermoeid dat ik de rugzak achter liet op een potentiële plek om zo, verlost van het gewicht, gemakkelijker de omgeving te verkennen. Na wat geploeter bij de hoogste toppen was ik het pad kwijt en probeerde ik via ongebaand terrein terug op de graat te geraken. Iets wat mij na menig zweetdruppel uiteindelijk lukte. Blij de vertrouwde merktekens terug te zien.
De blaar aan mijn linkervoet begint gevaarlijk groot te worden. Nog even en ze groeit tot boven op mijn teen.
Morgen weiger ik om af te stappen aan een camping en toch wil ik ergens staan met massa's water bij de hand. Kwestie van fris huiswaarts te kunnen keren.

Maandag 12 mei:
Mialet:
Ik vermoed dat ik hier rond 16u ben aangekomen.
Mij geïnstalleerd aan een klein zandstrandje langs de Gardon. Hoge bamboe beschermen mij tegen blikken van 'de lokalen'. Aan de overkant van het water is er een fonteintje met drinkbaar water.
Wat wil een mens nog meer.
Na mij flink ingezeept te hebben, een frisse duik genomen. Ideaal zwemplaatsje.
Enige improvisatie bij het koken omdat ik vermoedelijk op mijn vorige kampplaats het zelfbouw kookpot-houdertje ben vergeten. De laatste maanden was ik aan het experimenteren geslagen om zelf een ultra-light alcoholbrandertje te maken van gerecycleerde drankblikken. Systeem werkt goed. Tot nu toe heb ik 300 ml alcohol opgebrand en het kan nog zuiniger. Ideaal compact systeem voor mijn één-persoons titaniumpotje. Zelf zou ik er nooit aan denken om iets dergelijks te kopen. Aluminium pot voldoet meer dan genoeg. Maar als een mens het als cadeau krijgt, zegt hij niet nee. Het windscherm kan ik ook niet meer gebruiken, iets wat het rendement duidelijk naar beneden haalt.
Deze morgen met heel veel zin aan de afdaling naar Col du Serre du Pradel begonnen om te concluderen dat ik in het plaatsje Les Ayres terecht was gekomen.
Waar was ik die naam nog tegengekomen?
Het duurde enkele luttele seconden voor ik mezelf voor de kop sloeg.
Ergens tussen het geploeter van gisteren en het moment NU moet er iets grondig mis zijn gegaan.
Ik zal de lezer niet vermoeien met alle mogelijke hypothesis die voor deze déjà-vue ervaring gezorgd hebben.
Gans de weg terug, via de variant GR 67B, heb ik gezocht naar mogelijke oorzaken van deze misser van formaat.
Na de col kon ik het gepieker eindelijk achter mij kon laten.
Met 10 km meer op de teller en na een opfrissingbeurt aan het reservoir bij de col kon ik er weer tegenaan.
Boven op Montagne de la Vieille Mort enkele doorkijkjes, met Mont Ventoux op de achtergrond.
Je ziet de Cevennen overgaan in de vlakte van de Rhône. Een brand heeft hier lelijk huis gehouden.
Er is voor bivakkeerders een klein grasveldje bij punt 924 m net voor de splitsing van GR 67-GR 44B
Rustpauze gehouden bij het reservoir du Pereyret.
Tussen Couti, waar het pad overwegend zuidelijk gaat, en Aigladines was het bakken en braden. In de zomer lijkt het mij hier dodelijk. Je smelt ter plaatse.
De bewoonde wereld komt langzaam terug in het zicht. Terug variatie in het landschap met uitzicht op de dalen. Hier en daar een huis tegen de wand geplakt.
Aigladines ademt nog de sfeer van vroeger. Markering zo goed als onbestaande doch de richting is wel duidelijk. Aan het hoge gras te zien is het pad dit jaar nog niet vaak belopen.
Na Aigladines volgt de 'hel van Malboissière' zoals Herman van Hilst het stuk in zijn wandelgids noemt. Erg lastig lopen op een pad met dikke losliggende keien. Amper wetend waar de voeten neer te zetten. En net als in 'de hel van het noorden' gaat het soms makkelijker in het gootje.
Hier lijkt de zomer reeds begonnen. Kinderen spelend in de Gardon. Me al verheugend dat mijn beurt straks wel zou komen.

Dinsdag 13 mei:
Anduze: 9u10.
Vandaag was het gewoon uitlopen. Toch nog een schermutseling gehad met de plaatselijke vegetatie. Wat ik dacht dat een kleine passage was, vanaf 'het strand' tot aan de verharde weg, bleek zich uiteindelijk te versmallen tot een riool waarna een geklauter op handen en voeten volgde tot aan de verharde weg.
Stijlvol is iets anders.
Tot even voorbij Mas Soubeyran kon ik nog genieten van de omgeving, daarna was het gedaan.
De laatste kilometers langs een drukke weg, waar vrachtverkeer mij trakteerde op dikke walmen uitlaatgassen; welkom beschaving.
Mij de rest van de voormiddag op een bankje voor het 'office de tourisme' gezet.
Naar het samenspel van twee straatwerkers gekeken waar de ene ten opzichte van de andere een duidelijk 'hogere' positie bekleedde.
Er zijn denkers en er zijn doeners.
Vandaag wilde ik nog even niet meedoen en liet het gewriemel van dit stadje over mij heen gaan.

Mooie tocht geweest, dat wel, doch geen momenten die echt beklijven. Nu ik zo achter mijn klavier zit merk ik dat ik minder gemakkelijk beelden kan oproepen dan bij vorige tochten.
Er blijft wel iets achter van een soort gevulde stilte als ik aan vorige week denk. Hoewel ik toch een fysieke prestatie geleverd heb, voelde ik bij mezelf geen jachtigheid. Al heb ik veel tijd met wachten doorgebracht, nergens had ik het gevoel dat ik mij verveelde.
In de Cevennen wordt er in een ander tempo geleefd. Op een of andere manier heb ik mij daar bij kunnen aansluiten.

Ivo Vanmontfort


Hiking-site.nl op Twitter




Share/Bookmark
homezoeken op deze sitetop van de pagina
Vertel vrienden over deze pagina

Laatste wijziging: 27-03-2024

Hiking-site.nl is een site voor actieve buitensporters, wandelaars en hikers die op zoek zijn naar informatie over materiaal, routes, navigatie, EHBO, tips en tricks, avontuur, wandelen, outdoor en buitensporten. Nieuw op deze site?
Lees dan eerst eens rustig deze pagina met informatie over Hiking-site.nl!
[home] [linken naar Hiking-site.nl] [adverteren op Hiking-site.nl]
"; } if(lC>2400) { rightAd3.innerHTML = "
"; }