"Torres del Paine gekte!"
Torres del Paine is, voor wie dat nog niet weet, een kleine bergketen in het zuidelijkste puntje van de Andes. We hadden er een mooie maand in het midden en zuiden van Chili opzitten. Omdat naar het schijnt iemand die Zuid-Chili bezoekt Torres del Paine niet mag missen, vlogen we in een paar uur naar Punta Arenas, gelegen aan het einde van de wereld, zoals men het daar zegt, om dit natuurwonder te bezoeken. Van Punta Arenas moesten we weer naar het noorden, met de bus, naar Puerto Natales (240 km), de plaats die het dichtste bij het Parque nacional de Torres del Paine ligt (160 km) en die het uitgangspunt is voor ieder bezoeker aan het park.
"Dus jullie gaan morgen naar het park?", vraagt de jongen van de outdoorzaak aan twee Engelsen, "moet ik de hutten voor jullie boeken?" " Eh...dat zou heel fijn zijn", zegt één van hen " maarre..." "Weten jullie al waar je heen gaat? Nee? Goed," zegt de jongen van de zaak, "dan boek ik voor morgen Campo Chileno voor jullie, Las Cuernos voor de tweede dag, Pehoe de derde en Refugio Grey de laatste dag. Jullie vertrekken morgenochtend om zeven uur hier van de winkel!"
De twee zijn opgelucht. Dit bespaart ze toch wel heel wat denkwerk.
Volgens de boeken behoren wandelingen in het park tot de "classic hikes of the world". In het park kan je twee trektochten maken: "The circuit" en de "W". Andere mogelijkheden zijn er niet, omdat buiten deze paden slechts bij uitzondering mag worden gelopen. Voor het circuit staat tenminste 7 dagen, voor de W vijf, maar daar heeft de gemiddelde Torres hiker maling aan.
"Mr Guide", vraagt een Amerikaanse vrouw in Refugio Pehoe (spreek uit als pèwè met een dik aangezette w), kan ik morgen naar Grey gaan (16 km verder), daar met een groep mee "icehiken" en hier weer terugkomen?" "Natuurlijk", zegt de Chileense Gids, die zulke vragen gewend is, "maar dan moet u wel om 6 uur mogenochtend vertrekken en heen en terug hardlopen!" " Ok", zegt de vrouw, " kan u dat dan voor mij organiseren?"
Hoewel de meeste mensen hier tenminste een half jaar van huis zijn, schijnt iedereen haast te hebben. Ze hebben een wekker die om 5 uur afgaat, beginnen te lopen om zes uur en komen niet voor 5 uur 's middags aan op een kampplaats of refugio. Het circuit doen ze in vijf dagen en de W in drie.
"We gaan vanavond naar het gebouw van de parkadministratie", zegt een Australisch meisje. "It's not to be missed- ze vertonen dia's van het park!"
Het massief zelf is inderdaad prachtig. Een soort Dolomieten, zoiets als de Sella groep. Alleen..... er zijn veel méér Dolomieten! De mooiste vergezichten heb je van een afstand, je ziet dan prachtig de mooie en grillige rotsformaties, de schitterende Grey gletsjer en het contrast met de omgeving, tenminste,..... als het mooi weer is. Kom je in het massief zelf, dan is dat een beetje een teleurstelling. En over het weer: Het overgrote deel van de zomer is het bewolkt, met veel regen, minimaal windkracht 6 en temperaturen beneden de tien graden. De refugio's zijn vol en lawaaierig (maar dat vind ik al gauw van hutten) en worden bevolkt door mensen die een vreselijke haast lijken te hebben. Paden die ook door ruiters worden gebruikt, en dat zijn er nogal wat, zijn kleddernat en zompig, of als een bergbeek, vervelend om te lopen.
Veel kampplaatsen bevinden zich in naargeestig donkere bossen. In het bos ben je namelijk beschut tegen de wind.
"OOOOOOO, it was SO BEAUTIFULL," zegt de Amerikaan in de hospedaje, "jammer genoeg hebben we weinig van de bergen gezien" (het had dagenlang geregend), "but the colors of the trees were MAAAAGIC!"
Weinig mensen die T del P bezocht hebben zullen je vertellen dat je, wanneer je er uit wilt, mooie bergen wilt zien en een prettige tijd wilt hebben, Torres del Paine niet zo'n goede keus is. Natuurlijk niet! Als je naar het einde van de wereld bent gevlogen, noodgedwongen dagen in het gat dat Puerto Natales heet moest verblijven en honderden kilometers in bussen hebt moeten zitten om er te komen, wat kan het dan anders zijn dan "MAGIC"?
Of we het dan helemaal niet naar onze zin gehad hebben? Jawel, het kamperen bij Pehoe in de wind bij min vijftien was een kick en we hebben lekker gekampeerd op campiamento Brittannico (we waren er de enigen, want je moet wel gek zijn om daar te kamperen!). De laatste dag was een van heerlijk kuieren naar de bus en genieten van de zon, want het kan in Torres in april zomaar ineens windstil en twintig graden zijn. En toch:
Na deze "classic hike of the world" ga ik ernstig twijfelen aan de andere. Inca trail? Nog drukker! Everest base camp? Met dragers en diarree! Milford sound? Nog natter! Kilimanjaro? Hoogteziekte!
Jaap Mulder
|