Wat had er kunnen gebeuren…?
Vanaf het spekglad bevroren paadje kon je makkelijk vallen. De ijskoude (lazy) wind (tends to go through you, not around you) blaast sneeuw en ijzel in mijn gezicht, terwijl het steeds moeilijker zoeken wordt naar de volgende steenman.
De Pen-y-Fan, Brecon Beacons, Wales, hartje winter. Door de keiharde windvlagen glij ik regelmatig uit en roetsj dan over het keiharde pad een stuk naar beneden. Mijn camera hangt strak op mijn borst, met een arm door de draagriem gestoken. Soms pauzeer ik even terwijl ik macro-opnamen maak van het bevroren paadje..De rest viel niet te fotograferen want je zag niks vanaf een meter of 5. Fotograferen werd op die helling toch al een hele aparte ervaring. Voor iedere opname moest het batterijtje, met ijskoude vingers uit het toestel gepeuterd worden en opgewarmd in de broekzak. Na een uur klauteren en glijden in de dichte witte wolk, een beetje beurs, op de top gekomen moest ik ernstig oppassen. Links gaat het steil naar beneden, en rechts is totaal geen zicht door de dichte mist. Na een korte theepauze merk ik dat door de toenemende sneeuwval, zowel het pad achter mij als voor mij, verdwenen is onder een behoorlijk pak sneeuw. Ook was de mist ietsies heftiger geworden.
Een stille, eenzame angst bekroop mij. Halverwege de klim was ik een paar afdalende mensen in dikke winterpakken met zware schoenen en skistokken tegengekomen. Ze hadden mijn groet met hoofdschudden beantwoord, maar niets gezegd. Toen besefte ik plotseling hoe ik eruit zag op mijn Palladiums, m'n leren jack en een spijkerbroek. Op mijn rug slechts een Nomad schoolrugzakje met een reep chocola en een thermosfles met hete thee. Deze mensen hadden me uitgelachen. En terecht. Daar stond ik dan, kleumend van de kou, zonder kaart, kompas of wat dan ook, enorm voor lul, met een redelijk vermoeden van waar ik was, maar geen idee waarheen te gaan. Toch was het wel een prettig gevoel. Het voelde een soort van heroïsch.. alsof je een hele zware missie had volbracht waarvan iedereen zeker wist dat het onmogelijk was. Vol goede moed probeerde ik het pad naar beneden te vinden….
Ik ben uiteraard beneden gekomen. Dit ging wel ten koste van mijn camera. Ik ben nog diverse malen gevallen. De laatste glij was een rare. Hoe ver ik gegleden ben weet ik niet maar mijn camera was weg. Die vond ik een meter of 30 lager terug. Volslagen onbruikbaar.
Dit gebeurde 8 jaar geleden.
Tegenwoordig koop ik een gidsje en/of een kaart. Tevens zal ik altijd informeren naar de laatste weerberichten als ik een dergelijke tocht wil maken. Gore-Tex, bivakzak en een kompas behoren tegenwoordig tot de standaard-uitrusting. Beleef ik daardoor de gemaakte tocht intenser of heb ik meer plezier? Neen dus. Het is een stukje veiligheid, comfort, en de mogelijkheid om de tochten wat te verlengen als je te maken krijgt met snel veranderende omstandigheden. In je leren jas en je wollen trui kom je ook een heel eind, maar een bivak in de vrieskou, niet wetende wanneer je terug kunt, wordt gauw een ervaring waar je met weinig plezier aan terug denkt.
Afgelopen zomer maakte ik een tocht door 'Parc National du Mercantour' in Frankrijk. Halverwege de klim naar de eerste pas begon het, ondanks de weerberichten die slechts van 'beau temps' spraken, vreselijk te regenen en te waaien. Kan gebeuren natuurlijk. Een gezinnetje, man, vrouw, kind van zes, kwam me tegemoet. Op hun waterslippers hadden ze nog twee uur afdalen over een glibberig keienenpad voor de boeg. Het kind was gekleed in een korte broek met slechts een t-shirt waarover een doorweekte handdoek geslagen was tegen de wind. Toen ze met angstige blik in hun ogen vriendelijk 'bonjour' riepen antwoorde ik slechts met hoofdschudden.
Wat moest ik dan?
Martin Swinkels
|