Deze zomer deden we een stuk van de Malerweg en nog wat wandelingen in Saksisch Zwitserland. Om de lange reis wat op te delen gingen we eerst via Hannover en Dresden om vervolgens in Bad Schandau te starten. Die info vind je hier:
Malerweg en Saksisch Zwitserland: Wat? http://fromtheseatothelandbeyond.com/2023/08/05/malerweg-en-saksische-schweiz-wat/
Dag 1: Brussel – Hannover https://fromtheseatothelandbeyond.com/2023/08/13/dag-1-brussel-hannover/
Dag 2: Hannover – Dresden http://fromtheseatothelandbeyond.com/2023/08/19/dag-2-hannover-dresden/
Dag 3: Dresden – Bad Schandau https://fromtheseatothelandbeyond.com/2023/08/27/dag-3-dresden-bad-schandau/
Malerweg en Saksisch Zwitserland: Wat? http://fromtheseatothelandbeyond.com/2023/08/05/malerweg-en-saksische-schweiz-wat/
Dag 1: Brussel – Hannover https://fromtheseatothelandbeyond.com/2023/08/13/dag-1-brussel-hannover/
Dag 2: Hannover – Dresden http://fromtheseatothelandbeyond.com/2023/08/19/dag-2-hannover-dresden/
Dag 3: Dresden – Bad Schandau https://fromtheseatothelandbeyond.com/2023/08/27/dag-3-dresden-bad-schandau/
De eerste wandeldag gaat van Bad Schandau naar Kurort Rathen. Goed begonnen is half gewonnen, en dus klommen we meteen een kort maar stevig pad naar omhoog, eerst verhard, daarna door een stukje bos. Bad Schandau werd al snel achter ons gelaten. Niet veel later kwamen we aan op een plateau met zicht op de rotsformatie Lilienstein en onze bestemming van morgen, Königstein, met z’n imposante vesting.
Vervolgens ging het naar twee kleine dorpjes. Rathmansdorf bereikten we via een bospadje, voor Porschdorf klommen we eerst omhoog, weg van de weg, om daarna stevig te dalen. Hier zagen we een brug in opbouw, wat ons opnieuw deed afvragen waarom ze geen bruggen over de Elbe bouwen, maar kiezen voor de ferry.
Kort na dit tweede dorp volgende we een pad met veel kleine trapjes, bruggen en boomwortels, dat parallel aan de weg bleef lopen. Aan onze linkerkant begonnen de rotsen en bomen echter boven onze hoofden te torenen. Dit was slechts een voorsmaakje van onze beklimming van de dag. Volgens onze gids moesten we +- 800 treden zien te overwinnen om Brand te bereiken, daarmee en goede 150 meter stijgen.
Het gedeelte daarna ging eerst via een kiezelpad tussen de bomen. Maar vanaf dan waren we wel eindelijk de Malerweg aan het volgen. Na een korte poos zagen we opvallend meer wandelaars (maar 99 % in de tegenovergestelde richting zagen). De bosomgeving werd indrukwekkender, met grotere rotsformaties en diepere hellingen. Ook zagen we de Drakenkopf, een rots die doet denken aan, wel ja, een drakenkop.
Na nog wat gekronkel doorheen de bossen, besloten we het dorpje Hohnstein te bezoeken en daar ons middagmaal te verorberen. Het dorpje was wel schattig, maar minder idyllisch dan we ons op basis van het klokkengeluid in het bos hadden voorgesteld. Boven ons torende Schloss Hohnstein hoog boven de huizen uit. Maar omdat we nog best wat moesten afwandelen, lieten we die beklimming voor wat het was.
Het eerste deel was mooi, maar vanaf Hohnstein begon de natuurpracht echt. De rotsen en beboste heuvels werden nu vergezeld door stroompjes, watervalletjes en zelfs een keer een Romantisch ogend bruggetje boven onze hoofden. Een sprookjesachtig tafereel. Uit het bos kwamen we in Polenstal, dat enkel leek te bestaan uit een pension.
en volgend hoogtepuntje bood zich al snel aan. De trappen doken weer op. In het begin was dit nog een combo van hout en aarde, een beetje later hout en dan moesten we een ijzeren trap op door een smalle kloof. Vooral het betreden van de ingang was zelfs met onze bescheiden dagrugzak even wringen. Ik vroeg me af welk kunst- en vliegwerk nodig zou zijn met een volwaardige trekrugzak.
Hierna kwamen we aan de Hockstein, een plateau met uitzicht over de omgeving, waaronder het dorpje Hohnstein en z’n burcht. Het laatste stuk van de wandeling was een makkelijk pad door het bos. De exponentiële toename van medewandelaars verraadde de nabijheid van onze eindbestemming. Deze begon met een passage aan de Amselsee, geen idyllisch meertje maar wel een paradijs voor waterplezier, met heel wat roei- en peddelboten. Nog een halve kilometer later kwamen we aan in Kurort Rathen, populaire als uitvalsbasis voor de befaamde Basteibrug.
Het volledige verslag kan je hier vinden:
Vervolgens ging het naar twee kleine dorpjes. Rathmansdorf bereikten we via een bospadje, voor Porschdorf klommen we eerst omhoog, weg van de weg, om daarna stevig te dalen. Hier zagen we een brug in opbouw, wat ons opnieuw deed afvragen waarom ze geen bruggen over de Elbe bouwen, maar kiezen voor de ferry.
Kort na dit tweede dorp volgende we een pad met veel kleine trapjes, bruggen en boomwortels, dat parallel aan de weg bleef lopen. Aan onze linkerkant begonnen de rotsen en bomen echter boven onze hoofden te torenen. Dit was slechts een voorsmaakje van onze beklimming van de dag. Volgens onze gids moesten we +- 800 treden zien te overwinnen om Brand te bereiken, daarmee en goede 150 meter stijgen.
Het gedeelte daarna ging eerst via een kiezelpad tussen de bomen. Maar vanaf dan waren we wel eindelijk de Malerweg aan het volgen. Na een korte poos zagen we opvallend meer wandelaars (maar 99 % in de tegenovergestelde richting zagen). De bosomgeving werd indrukwekkender, met grotere rotsformaties en diepere hellingen. Ook zagen we de Drakenkopf, een rots die doet denken aan, wel ja, een drakenkop.
Na nog wat gekronkel doorheen de bossen, besloten we het dorpje Hohnstein te bezoeken en daar ons middagmaal te verorberen. Het dorpje was wel schattig, maar minder idyllisch dan we ons op basis van het klokkengeluid in het bos hadden voorgesteld. Boven ons torende Schloss Hohnstein hoog boven de huizen uit. Maar omdat we nog best wat moesten afwandelen, lieten we die beklimming voor wat het was.
Het eerste deel was mooi, maar vanaf Hohnstein begon de natuurpracht echt. De rotsen en beboste heuvels werden nu vergezeld door stroompjes, watervalletjes en zelfs een keer een Romantisch ogend bruggetje boven onze hoofden. Een sprookjesachtig tafereel. Uit het bos kwamen we in Polenstal, dat enkel leek te bestaan uit een pension.
en volgend hoogtepuntje bood zich al snel aan. De trappen doken weer op. In het begin was dit nog een combo van hout en aarde, een beetje later hout en dan moesten we een ijzeren trap op door een smalle kloof. Vooral het betreden van de ingang was zelfs met onze bescheiden dagrugzak even wringen. Ik vroeg me af welk kunst- en vliegwerk nodig zou zijn met een volwaardige trekrugzak.
Hierna kwamen we aan de Hockstein, een plateau met uitzicht over de omgeving, waaronder het dorpje Hohnstein en z’n burcht. Het laatste stuk van de wandeling was een makkelijk pad door het bos. De exponentiële toename van medewandelaars verraadde de nabijheid van onze eindbestemming. Deze begon met een passage aan de Amselsee, geen idyllisch meertje maar wel een paradijs voor waterplezier, met heel wat roei- en peddelboten. Nog een halve kilometer later kwamen we aan in Kurort Rathen, populaire als uitvalsbasis voor de befaamde Basteibrug.
Het volledige verslag kan je hier vinden:
Wandeldag 1: Bad Schandau – Kurort Rathen
Vandaag begonnen we eindelijk met het wandelgedeelte, het eerste stuk van een vijfluik. Eerst was het dus aan een vroeg ontbijt om ons goed op weg te zetten. Dat lukte dit keer zonder ongelukken en…
fromtheseatothelandbeyond.com