Deze zomer deden we het grootste stuk van de GR 21 tussen Le Havre en Le Tréport. De eerste 10 kilometers, tussen Le Havre en Montivilliers sneuvelden. De laatste 36 vanaf Dieppe ook. Maar dan bleven er nog steeds 7 mooie wandeldagen over.
Een korte introductie over het wandelpad, dat langs de Albasten kust trekt, vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.wordpress.com/2021/08/29/gr-21-een-introductie/
Wie geïnteresseerd is in een impressie van Le Havre kan hier terecht: https://fromtheseatothelandbeyond.wordpress.com/2021/09/05/proloog-brussel-le-havre/
Etappe 1: Montivilliers - Villainville
fromtheseatothelandbeyond.wordpress.com
Een korte introductie over het wandelpad, dat langs de Albasten kust trekt, vind je hier: https://fromtheseatothelandbeyond.wordpress.com/2021/08/29/gr-21-een-introductie/
Wie geïnteresseerd is in een impressie van Le Havre kan hier terecht: https://fromtheseatothelandbeyond.wordpress.com/2021/09/05/proloog-brussel-le-havre/
Etappe 1: Montivilliers - Villainville
We kozen Montivilliers, op een korte treinrit afstand, als startpunt. Hierdoor konden we het plaatsje zelf bezoeken. Het plaatselijke kerkhof met gaanderij en de abdij waren de moeite. Die laatste had een grote regionale uitstraling en opereerde vrij autonoom, met dank aan het feit dat de zus van Robert I de Schitterende/de Duivel, de hertog van Normandië, de abdes was. In de abdij was er ook nog een kunsttentoonstelling. Na een uurtje ronddwalen waren we klaar voor datgene waarvoor we hier echt waren. De start van onze GR 21.
Het was niet het meest spectaculaire landschap noch parcours. Het was hoofdzakelijk ruraal, met akkers, weiden en velden en de occasionele koe. De Normandische huizen, wit met het betere houtwerk aan de buitenkant, fleurde menig dorp en gehucht op. Af en toe kwam het ook terug in hoevevorm, als iets bescheidenere boerderij of nog vaker als mini-kasteel. Ik ontdekte hier zeker een liefde voor Normandische architectuur.
De klimmetjes waren vandaag zeer doenbaar. Slechts eentje kon echt als kuitenbijter gecategoriseerd worden. En dat was nog deels door het feit dat we verloren liepen omdat we zo gecharmeerd waren door de overwoekerde oude spoorlijn. Na de klim door het kreupelhout, op weg naar de juiste wandelroute, werd het typische landschap opnieuw voorgeschoteld.
Ik vroeg me af en toe af of we later nog met enige weemoed terug zouden denken aan deze eerste etappe en het eigene en unieke ervan te appreciëren. Als enige zonder zee had het inderdaad z’n eigen karakter. Maar het was niet het landschap dat deze wandeletappe er deed uitspringen, maar wel de lijdensweg naar ons hotel.
De laatste 2 kilometers, vanaf Gonneville-le-Mallet tot ons verblijf in Villainville, behoorde eigenlijk maar deels tot de route. De afwezigheid van een hotel of B&B in eerstegenoemd dorpje had ons verplicht om het ietsje verder te zoeken. Helaas voor ons was dit duidelijk niet afgestemd op wandelaars, getuige onze ervaring op de weg des doods die onaangename flashbacks opleverde aan een al even gruwelijke en gevaarlijke passage in Noord-Ierland. We moesten al meteen aan onze proviand zitten. Gelukkig hadden we ons eigen tafeltje in de zon.
Het volledige verslag is hier te vinden:
Het was niet het meest spectaculaire landschap noch parcours. Het was hoofdzakelijk ruraal, met akkers, weiden en velden en de occasionele koe. De Normandische huizen, wit met het betere houtwerk aan de buitenkant, fleurde menig dorp en gehucht op. Af en toe kwam het ook terug in hoevevorm, als iets bescheidenere boerderij of nog vaker als mini-kasteel. Ik ontdekte hier zeker een liefde voor Normandische architectuur.
De klimmetjes waren vandaag zeer doenbaar. Slechts eentje kon echt als kuitenbijter gecategoriseerd worden. En dat was nog deels door het feit dat we verloren liepen omdat we zo gecharmeerd waren door de overwoekerde oude spoorlijn. Na de klim door het kreupelhout, op weg naar de juiste wandelroute, werd het typische landschap opnieuw voorgeschoteld.
Ik vroeg me af en toe af of we later nog met enige weemoed terug zouden denken aan deze eerste etappe en het eigene en unieke ervan te appreciëren. Als enige zonder zee had het inderdaad z’n eigen karakter. Maar het was niet het landschap dat deze wandeletappe er deed uitspringen, maar wel de lijdensweg naar ons hotel.
De laatste 2 kilometers, vanaf Gonneville-le-Mallet tot ons verblijf in Villainville, behoorde eigenlijk maar deels tot de route. De afwezigheid van een hotel of B&B in eerstegenoemd dorpje had ons verplicht om het ietsje verder te zoeken. Helaas voor ons was dit duidelijk niet afgestemd op wandelaars, getuige onze ervaring op de weg des doods die onaangename flashbacks opleverde aan een al even gruwelijke en gevaarlijke passage in Noord-Ierland. We moesten al meteen aan onze proviand zitten. Gelukkig hadden we ons eigen tafeltje in de zon.

Dag 1: Montivilliers – Villainville
35.670 stappen gezet (27,7 km, waarvan 18,5 km op de GR 21) 328 meter gestegen, 215 meter gedaald. Een tussenstop Ons eerste ontbijt was waarschijnlijk het meest COVID-proof van allemaal, met een g…